Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep.
“voor zover ik mij kan herinneren”.
3.De slotsom
€ 226,-
€ 324,-
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om de aansprakelijkheid van een garagehouder voor het niet waarschuwen van een klant over de noodzaak om de distributieriem van haar auto te vervangen. De appellante, een vrouw die haar FIAT Barchetta bij de garage had gebracht, stelde dat zij niet was geïnformeerd over de vervangingsplicht van de distributieriem, wat leidde tot schade toen deze uiteindelijk brak. Het hof verwijst naar een eerder tussenarrest van 7 april 2020 en oordeelt dat de garagehouder, de geïntimeerde, aansprakelijk is omdat hij niet heeft aangetoond dat hij de appellante tijdig heeft gewaarschuwd. Het hof heeft getuigenverklaringen gehoord van zowel de appellante als de medewerkers van de garage, maar oordeelt dat de verklaringen van de garagehouder en zijn medewerkers inconsistent zijn en onvoldoende bewijs leveren voor hun stelling dat zij de appellante wel degelijk hadden gewaarschuwd. Het hof komt tot de conclusie dat de appellante in haar bewijs geslaagd is en dat de schadevergoeding van € 1.342,35, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, aan haar moet worden toegewezen. De eerdere vonnissen van de kantonrechter worden vernietigd en de kosten van de procedure worden toegewezen aan de garagehouder, die als de in het ongelijk gestelde partij wordt aangemerkt.