In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder vrijgesproken van het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd. De verdachte had op 18 oktober 2019 een motorrijtuig bestuurd, terwijl hij redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Het hof oordeelde dat de verdachte, gezien zijn eerdere veroordelingen en de omstandigheden rondom de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs, had moeten beseffen dat hij niet bevoegd was om te rijden. De verdachte had in het verleden al meerdere keren zonder geldig rijbewijs gereden en was eerder veroordeeld voor overtredingen van de Wegenverkeerswet. Het hof legde een taakstraf van 28 uren op, subsidiair 14 dagen hechtenis, en verlengde de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf met één jaar. De beslissing van het hof is gebaseerd op de ernst van de overtreding en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die inmiddels stappen had ondernomen om zijn rijbewijs terug te krijgen.