Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[geïntimeerde2 (vennoot1)],
[geïntimeerde3 (vennoot2)],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
De motivering van de beslissing in het principaal en voorwaardelijke incidenteel hoger beroep
kandoorberekenen op basis van bedrijfsmatige inkoop, waarmee zij lijkt aan te geven dat zij die kosten ook kan doorberekenen op basis van het hogere particuliere tarief, hoewel zij zelf het tarief van bedrijfsmatige inkoop heeft betaald. [3] Verder voert zij aan dat zij het capaciteitstarief van netbeheerder Liander kan doorberekenen, alsof [de kaveleigenaar] rechtstreeks als particulier een aansluiting bij Liander zou hebben. [4]
“door de Beheerder uitgevoerde werkzaamheden en verrichte diensten onder ander bestaande uit het schoonhouden van de centrale vuilverzamelplaatsen in het park, het schoon- en vrijhouden van de wegen en paden in het park, de verlichting van de wegen en paden in het park, het doorgeven van (een geselecteerd aantal) televisiesignalen, het algemeen toezicht op het park en het gebruik van de kosteloze faciliteiten van het Recreatiepark”. Deze parkbijdrage is een forfaitair bedrag, waarvoor enerzijds geldt dat de beheerder de kosten die hij hiervoor maakt niet behoeft te verantwoorden, vanzelfsprekend mits de taken goed worden uitgevoerd, en anderzijds dat zij de ondernemersbeloning voor de beheerder bevat. De in artikel 4 lid 6 Algemene Bepalingen bedoelde onkosten dienen echter op basis van werkelijk door de beheerder gemaakte kosten te worden omgeslagen over de kaveleigenaren. Voor die kosten laat artikel 4 lid 6, gelezen in de context van de gehele rechtsverhouding, geen ruimte om uit te gaan van een fictief tarief van bijvoorbeeld de levering van elektriciteit of van het capaciteitstarief van de netbeheerder, om aldus een extra beloning te creëren. Dat in artikel 4 lid 6 is vermeld dat de kostprijs kan worden gebaseerd op bedrijfsmatige inkoop, is onvoldoende zwaarwegend om van dat inzichtelijk te hanteren principe af te wijken. Een redelijke uitleg van die zin brengt mee dat
alselektriciteit bedrijfsmatig is ingekocht, de omslag plaatsvindt op basis van dit bedrijfsmatige tarief, maar ook als die inkoop op basis van het particuliere tarief is geschied, de omslag ook op basis van het particuliere tarief moet plaatsvinden. De zin biedt geen grondslag om de omslag op basis van het particuliere tarief te berekenen, als bedrijfsmatig is ingekocht, evenmin om de omslag voor het capaciteitstarief vast te stellen op basis van de fictie dat iedere kaveleigenaar een eigen aansluiting zou hebben.
4.De beslissing
23 maart 2021, opdat De Instuif een akte kan nemen waarin zij de in 3.13 en 3.14 gevraagde informatie kan geven, waarna [de kaveleigenaar] de gelegenheid heeft daarop bij antwoordakte te reageren.