2.3.Op 20 juli 2007 heeft [B] , handelend onder de naam “ [C] ”, een schuldbekentenis ondertekend waarin zij verklaart een bedrag van € 600.000 te leen te hebben ontvangen van belanghebbende (hierna: lening II), onder de navolgende bepalingen:
Over de hoofdsom of het restant daarvan is een rente verschuldigd van zes procent (6,00%) per jaar, te voldoen in maandelijkse termijnen vóór of op de eerste van iedere maand, voor het eerst vóór of op 1 augustus 2007 over het sedert heden verstreken tijdvak.
De hoofdsom dient te worden terugbetaald uiterlijk op 31 december 2008. Gehele of gedeeltelijke vervroegde aflossing is toegestaan, zonder dat boeterente is verschuldigd. Gedeeltelijke vervroegde aflossing dient te geschieden in ronde bedragen van éénduizend euro (€ 1.000,00) of een veelvoud daarvan.
De hoofdsom of het restant daarvan is te allen tijde direct opeisbaar, zonder voorafgaande waarschuwing of ingebrekestelling, wanneer de schuldenaar surséance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard, de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op haar van toepassing wordt verklaard, haar goederen geheel of gedeeltelijk in beslag worden genomen, wanneer zij overlijdt of emigreert, wanneer enige gemeenschap van goederen, waarin zij is gehuwd, mocht worden ontbonden, indien zij boedelafstand doet en in het algemeen bij overtreding of niet nakoming van enige verplichting jegens de schuldeiser.
De uit deze schuldbekentenis voortvloeiende verbintenissen zijn ondeelbaar.
Alle betalingen moeten geschieden op de wijze als de schuldeiser zal wensen, zonder korting of compensatie.
De schuldenaar is op eerste verzoek van de schuldeiser verplicht zekerheid te stellen.
Alle kosten welke de schuldeiser naar zijn oordeel moet maken tot uitoefening van zijn rechten en alle verdere kosten waartoe deze geldlening aanleiding mocht geven, alsmede de kosten dezer akte, zijn voor rekening van de schuldenaar.