Uitspraak
Astrid Avenue,
De Borg,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Astrid Avenue BVBA, een Belgisch autobedrijf, en De Borg Trading Company B.V., een Nederlands autobedrijf. De zaak betreft de verkoop van een Maserati door De Borg aan Astrid Avenue, die de auto vervolgens doorverkocht aan een Belgische particulier. Na de verkoop werd de auto in beslag genomen door de Belgische autoriteiten, wat leidde tot een geschil over de aansprakelijkheid van De Borg voor de geleden schade door Astrid Avenue.
Astrid Avenue vorderde in eerste aanleg een verklaring voor recht dat de overeenkomst met De Borg onder invloed van dwaling tot stand was gekomen en eiste schadevergoeding. De rechtbank Noord-Nederland wees deze vorderingen af, omdat Astrid Avenue onvoldoende onderbouwing had gegeven voor haar stellingen. Astrid Avenue ging in hoger beroep, waarbij zij haar eis wijzigde en nu primair ontbinding van de koopovereenkomst wegens non-conformiteit vorderde.
Het hof oordeelde dat Astrid Avenue niet voldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat de auto gestolen of verduisterd was, en dat zij niet aan haar stelplicht had voldaan. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de overeenkomst niet onder invloed van dwaling tot stand was gekomen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Astrid Avenue in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor kopers om hun stellingen goed te onderbouwen, vooral in internationale transacties waar verschillende rechtsstelsels van toepassing kunnen zijn.