ECLI:NL:GHARL:2021:1224

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 februari 2021
Publicatiedatum
9 februari 2021
Zaaknummer
200.260.968/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale koopovereenkomst en aansprakelijkheid bij inbeslagname van een auto

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Astrid Avenue BVBA, een Belgisch autobedrijf, en De Borg Trading Company B.V., een Nederlands autobedrijf. De zaak betreft de verkoop van een Maserati door De Borg aan Astrid Avenue, die de auto vervolgens doorverkocht aan een Belgische particulier. Na de verkoop werd de auto in beslag genomen door de Belgische autoriteiten, wat leidde tot een geschil over de aansprakelijkheid van De Borg voor de geleden schade door Astrid Avenue.

Astrid Avenue vorderde in eerste aanleg een verklaring voor recht dat de overeenkomst met De Borg onder invloed van dwaling tot stand was gekomen en eiste schadevergoeding. De rechtbank Noord-Nederland wees deze vorderingen af, omdat Astrid Avenue onvoldoende onderbouwing had gegeven voor haar stellingen. Astrid Avenue ging in hoger beroep, waarbij zij haar eis wijzigde en nu primair ontbinding van de koopovereenkomst wegens non-conformiteit vorderde.

Het hof oordeelde dat Astrid Avenue niet voldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat de auto gestolen of verduisterd was, en dat zij niet aan haar stelplicht had voldaan. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de overeenkomst niet onder invloed van dwaling tot stand was gekomen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Astrid Avenue in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor kopers om hun stellingen goed te onderbouwen, vooral in internationale transacties waar verschillende rechtsstelsels van toepassing kunnen zijn.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.260.968/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 121027)
arrest van 9 februari 2021
in de zaak van
Astrid Avenue BVBA,
gevestigd te Overpelt, België
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
Astrid Avenue,
advocaat: mr. J.O.I. Leliveld, kantoorhoudend te Maastricht,
tegen
De Borg Trading Company B.V.,
gevestigd te Assen,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
De Borg,
advocaat: mr. M.R. van der Veen, kantoorhoudend te Groningen.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 3 maart 2020 hier over. In dit tussenarrest is een comparitie van partijen bepaald op 30 juli 2020. In verband met een aanhoudingsverzoek is deze zitting niet door gegaan. Er is een nieuwe datum gepland en de zitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2021. Van de zitting is een zakelijk verslag gemaakt (proces-verbaal). Dit verslag is aan het procesdossier toegevoegd. Aan het einde van de zitting hebben partijen arrest gevraagd.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1
Deze zaak gaat over een auto van het merk Maserati, type Ghibli (bouwjaar 2016) (hierna: de auto of de Maserati). De auto is vanuit Italië ingevoerd in Duitsland. Na de benodigde keuringen en controles, van onder andere het Italiaanse kentekenbewijs, door TÜV, is de auto op Duits kenteken gezet. De auto is een aantal keer in Duitsland verhandeld en in Nederland terecht gekomen bij Twente Trucks. Die heeft de auto aan De Borg verkocht. De Borg handelt onder meer in bedrijfs- en personenauto’s. De Borg heeft de auto vervolgens op 8 december 2016 voor € 45.000,- aan Astrid Avenue verkocht. Astrid Avenue is een Belgische onderneming die onder meer bedrijfsmatig nieuwe auto’s en occasions ter verkoop aanbiedt aan particulieren en ondernemers. Astrid Avenue heeft de auto op 18 april 2017 doorverkocht aan mevrouw [A] . In dat kader is de auto op 19 april 2017 in België gekeurd en is een geldig kilometercertificaat verkregen. Verder is de auto op 19 april 2017 in België aangeboden voor inschrijving. Op 21 april 2017, nog voordat de auto aan [A] was geleverd, is er beslag gelegd op de auto door de politie van het Gerechtelijk Arrondissement Limburg (België) bij Astrid Avenue. Astrid Avenue heeft daarbij alle originele papieren afgegeven aan de Belgische autoriteiten. Een gemachtigde van een Italiaanse leasemaatschappij heeft de auto vervolgens op 22 mei 2017 laten afvoeren naar Italië. De koopovereenkomst met [A] is door Astrid Avenue ontbonden en zij ( [A] ) heeft het betaalde aankoopbedrag terug gekregen. Astrid Avenue heeft De Borg verzocht het door haar geleden nadeel als gevolg van de gang van zaken te vergoeden. Daartoe was De Borg niet bereid. Vergoeding van het nadeel door De Borg aan Astrid Avenue is de inzet van deze procedure.

3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

3.1.
Bij de rechtbank heeft Astrid Avenue een verklaring voor recht gevorderd dat de overeenkomst met De Borg onder invloed van dwaling tot stand is gekomen en gevorderd dat de gevolgen van de overeenkomst worden gewijzigd, zodat het door Astrid Avenue geleden nadeel wordt opgeheven en in het verlengde daarvan De Borg te veroordelen tot betaling van in totaal € 61.902,90 te vermeerderen met rente en kosten, waaronder de beslagkosten en de nakosten.
3.2.
De rechtbank heeft bij vonnis van 13 maart 2019 de vorderingen van Astrid Avenue afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat voor een succesvol beroep op dwaling nodig is dat de omstandigheid waaromtrent gedwaald wordt, aanwezig is ten tijde van het sluiten van de betwiste overeenkomst. Astrid Avenue heeft haar stellingen ter zake onvoldoende onderbouwd, aldus de rechtbank.

4.De beoordeling van de grieven en de vordering

4.1
Astrid Avenue is het niet eens met de beslissing van de rechtbank en heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 13 maart 2019.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
4.2
Astrid Avenue is een in België gevestigde Belgische vennootschap. Daarmee heeft deze zaak een internationaal karakter. Onderzocht dient te worden of de Nederlandse rechter bevoegd is van deze zaak kennis te nemen. Dat is het geval. Op grond van artikel 4 van de herschikte Verordening (EU) nr. 1215/2012 is de rechter in de lidstaat van de gedaagde bevoegd kennis te nemen van het geschil. De gedaagde partij, De Borg, is gevestigd in Nederland, zodat de Nederlandse rechter bevoegd is.
4.3
Tegen de vaststelling van de rechtbank dat op de overeenkomst tussen De Borg en Astrid Avenue Nederlands recht van toepassing is, is geen grief gericht. Het hof zal de zaak dan ook naar Nederlands recht beoordelen.
Eiswijziging
4.4
Astrid Avenue heeft in hoger beroep haar eis gewijzigd. Met de eiswijziging heeft Astrid Avenue de grondslag van haar vordering gewijzigd. Astrid Avenue vordert nu primair ontbinding van de koopovereenkomst wegens non-conformiteit en in het verlengde daarvan terugbetaling van de koopsom en (aanvullende) schadevergoeding. Subsidiair vordert Astrid Avenue vernietiging van de koopovereenkomst wegens dwaling en in het verlengde daarvan opheffing van het nadeel. De Borg heeft geen bezwaar gemaakt tegen de wijziging van eis van Astrid Avenue. Het hof ziet ook geen aanleiding de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. Wat betreft de vordering van Astrid Avenue zal dan ook recht worden gedaan op de gewijzigde eis.
Beoordeling grieven
4.5
Astrid Avenue heeft vier bezwaren (grieven) aangevoerd tegen het vonnis van 13 maart 2019. Met die grieven legt Astrid Avenue het geschil in volle omvang voor aan het hof. Het hof zal de grieven hieronder dan ook gezamenlijk beoordelen.
4.6
Astrid Avenue legt aan haar vordering tot vergoeding van € 61.902,90 door De Borg een tekortkoming in de nakoming wegens non-conformiteit dan wel dwaling ten grondslag. Zowel de non-conformiteit als de dwaling is gebaseerd op de feitelijke stelling dat de auto gestolen dan wel verduisterd zou zijn. Meer in het bijzonder dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt omdat Astrid Avenue door de inbeslagname niet de vrije beschikking over de auto kon hebben en kon doorverkopen, dan wel dat Astrid Avenue een onjuiste voorstelling van zaken had met betrekking tot de auto omdat zij er van uitging dat de auto niet gestolen of verduisterd was. Deze feitelijke stelling is door De Borg bestreden.
4.7
Als een koper zich erop beroept dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt (non-conform is) en dit aan zijn vordering tot ontbinding of schadevergoeding ten grondslag legt, draagt de koper de bewijslast hiervan. De koper beroept zich immers op de rechtsgevolgen van de gestelde non-conformiteit. Voor een vordering gebaseerd op dwaling geldt dat de partij die de dwaling inroept in de eerste plaats dient te stellen dat bij haar ten tijde van de overeenkomst een onjuiste voorstelling van zaken bestond en bij betwisting om die aanwezige onjuiste voorstelling te bewijzen.
4.8
Het hof stelt bij de beoordeling dan ook voorop dat – anders dan door Astrid Avenue bepleit – de stelplicht en bewijslast van de feitelijke stelling dat de auto gestolen dan wel verduisterd zou zijn op Astrid Avenue rust. Ter onderbouwing van deze stelling heeft Astrid Avenue in eerste aanleg verwezen naar een proces-verbaal van inbeslagname van de auto door de politie (productie 8) en een verkort relaas in een vervolg proces-verbaal waarin wordt opgemerkt dat iemand van de Italiaanse autoriteiten de auto heeft opgehaald en meegenomen naar Italië (productie 9). In hoger beroep is in aanvulling hierop als productie 17 het proces-verbaal van inbeslagneming overgelegd. Hieruit blijkt dat bij de Belgische autoriteiten op 20 april 2017 een melding is binnengekomen dat op het terrein van Astrid Avenue een door Italië als gestolen geseinde Maserati (de auto) zou staan. Het betreffende voertuig zou via gps tracking zijn gesignaleerd. Verder vermeldt het proces-verbaal dat bij opvraging van het chassisnummer op 20 april 2017 de auto niet geseind blijkt te staan en dat na contact met Italië het voertuig op 21 april 2017 wel geseind staat. Het voertuig is op 21 april 2017 in beslag genomen. Verder zijn door Astrid Avenue geen aanvullende stukken overgelegd in hoger beroep.
4.9
De rechtbank heeft – kort gezegd – overwogen dat niet is onderbouwd door Astrid Avenue dat de auto is gestolen / verduisterd, waarom de Italiaanse leasemaatschappij eigenaresse zou zijn van de auto en waarom deze maatschappij (dus) recht had op afgifte van de auto. Deze onderbouwing ontbreekt ook in hoger beroep. Het hof overweegt daartoe als volgt.
4.1
Ter zitting van het hof heeft Astrid Avenue op vragen van het hof aangegeven dat zij het – kort gezegd – niet opportuun achtte om op te komen tegen het beslag en de afgifte van de auto en dat het mede vanuit proceseconomisch oogpunt praktischer was om de juridische pijlen te richten op De Borg als verkoper. Astrid Avenue heeft ter zitting ook bevestigd dat zij in verband met het beslag geen aanvullende informatie heeft ingewonnen bij de betreffende instanties of de Italiaanse leasemaatschappij.. De Borg heeft tegen de stelling van Astrid Avenue dat de auto gestolen / verduisterd zou zijn gemotiveerd verweer gevoerd. Zij heeft gewezen op het feit dat alle papieren in orde waren, dat het originele onderhoudsboekje en twee originele sleutels aanwezig waren, en dat de database van Maserati is geraadpleegd. Kortom, dat er in het geheel geen aanleiding was, op basis van de beschikbare stukken, om aan te nemen dat de auto gestolen zou zijn. In dit kader is ook relevant dat Astrid Avenue zelf ter zitting heeft opgemerkt dat zij de originele Italiaanse eigendomsbewijzen heeft gezien. Dit bestaat uit vier delen en alle vier delen waren aanwezig, aldus Astrid Avenue. Gelet op het gemotiveerde verweer van De Borg, de eigen verklaring van Astrid Avenue ten aanzien van het Italiaanse eigendomsbewijs en gezien de gang van zaken in Duitsland, waarbij na een onderzoek een Duits kenteken is afgegeven, had het op de weg van Astrid Avenue gelegen haar stelling dat de auto gestolen / verduisterd zou zijn nader te onderbouwen. Van Astrid Avenue had in hoger beroep verwacht mogen worden – zeker ook gelet op het oordeel van de rechtbank – dat zij nader onderzoek had gedaan naar de vraag of de Italiaanse leasemaatschappij (Axus Italiana SRL) ook daadwerkelijk rechthebbende was en daarvan stukken had overgelegd. Astrid Avenue stelt immers ook in hoger beroep dat Axus Italiana SRL op het moment van inbeslagname rechthebbende was. Enig bewijs daarvan ontbreekt echter. Ook de beslagstukken of het verzoek tot beslaglegging aan de Belgische autoriteiten vanuit Italië worden niet overgelegd. Weliswaar wordt in hoger beroep een proces-verbaal overgelegd waaruit blijkt dat de auto gesignaleerd staat, maar dit levert geen onderbouwing op van de stelling dat Axus Italiana SRL eigenaresse zou zijn van de auto. Het enkele feit dat strafrechtelijk beslag is gelegd, blijkbaar op verzoek van Axus Italiana SRL, is daartoe onvoldoende omdat hieruit niet zonder mee volgt dat Axus Italiana SRL ook in civielrechtelijke zin eigenaresse is en op grond waarvan zij recht heeft op afgifte. Zeker in het licht van het feit dat alle papieren van de auto in orde waren. Verder roept het proces-verbaal ook vragen op omdat daaruit blijkt dat de auto pas ‘gesignaleerd’ stond op de dag van de beslaglegging. Daarvoor was geen sprake van een signalering. Nu Astrid Avenue heeft nagelaten haar stelling nader te onderbouwen heeft zij niet aan haar stelplicht voldaan. Aan bewijslevering wordt om die reden niet toegekomen.
4.11
Voor zover Astrid Avenue verder nog heeft bedoeld aanspraak te maken op schadevergoeding op grond van een onrechtmatige daad door De Borg, faalt ook deze stelling op de dezelfde gronden. Nog daargelaten dat Astrid Avenue niet heeft toegelicht en onderbouwd dat aan de vereisten voor het aannemen van een onrechtmatige daad is voldaan.

5.De slotsom

5.1
De grieven falen, zodat het bestreden vonnis moet worden bekrachtigd.
5.2
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof Astrid Avenue in de kosten van het hoger beroep veroordelen. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van De Borg zullen worden vastgesteld op:
- griffierecht € 2.020,-
- salaris advocaat € 4.062,- (2 punten x tarief IV € 2.031,-)
5.3
Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.

6.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 13 maart 2019;
veroordeelt Astrid Avenue in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van De Borg vastgesteld op € 2.020,- voor verschotten en op € 4.062,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
veroordeelt Astrid Avenue in de nakosten, begroot op € 163,-, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 85,- in geval Astrid Avenue niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. J. Smit, I.F. Clement en M.A.L.M. Willems en is door de rolraadsheer, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2021.