Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de nihilstelling van de partneralimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had verzocht om de partneralimentatie per 19 maart 2020 op nihil te stellen, terwijl de vrouw, verweerster in hoger beroep, hiertegen geen verweer had gevoerd. De rechtbank Noord-Nederland had eerder op 3 november 2020 de partneralimentatie met ingang van 17 juli 2020 op nihil gesteld. Het hof heeft de ingangsdatum van de nihilstelling van de partneralimentatie vastgesteld op 12 juni 2020, waarbij het hof overwoog dat de vrouw vanaf deze datum redelijkerwijs rekening had moeten houden met een wijziging van de alimentatie. Het hof benadrukte dat de rechter een grote mate van vrijheid heeft bij het bepalen van de ingangsdatum en dat de vrouw in eerste aanleg geen verweer had gevoerd, maar dit niet betekende dat de rechter verplicht was om het verzoek van de man te honoreren. De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere beschikking van de rechtbank wordt vernietigd voor wat betreft de ingangsdatum van de nihilstelling, en dat de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.