Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- in de zaak met parketnummer 18-032348-20 ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde voor de duur van 3 jaren, met aftrek van de tijd gedurende welke het rijbewijs van de verdachte is ingevorderd of ingehouden geweest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren;
- in de zaak met parketnummer 18-324851-20 ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde voor de duur van 6 maanden en ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde eveneens voor de duur van 6 maanden.
De tenlastelegging
dat hij op of omstreeks 11 maart 2019, in de gemeente [gemeente] , als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Provinciale weg N34, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, met dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig naar links te rijden of te manoeuvreren, althans niet voldoende rechts te houden, zodanig dat verdachte met het door hem bestuurde motorrijtuig al dan niet gedeeltelijk is terecht gekomen op de voor het verkeer uit tegengestelde richting bestemde rijstrook, waardoor op die rijstrook een (frontale botsing is ontstaan met een motorvoertuig (merk: VW type: Caddy), ten gevolge waarvan beide inzittenden van dat motorvoertuig (VW Caddy), genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , werd(en) gedood;
hij op of omstreeks 11 maart 2019, in de gemeente [gemeente] , als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Provinciale weg N34, met dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig naar links is gereden of gemanoeuvreerd, althans niet voldoende rechts heeft gehouden, zodanig dat verdachte met het door hem bestuurde motorrijtuig al dan niet gedeeltelijk is terecht gekomen op de voor het verkeer uit tegengestelde richting bestemde rijstrook, juist op het moment dat een over laatstgenoemd(e) rijstrook tegemoetkomend motorrijtuig het door verdachte bestuurde motorrijtuig reeds dicht was genaderd, en/of vervolgens een frontale botsing tussen beide voertuigen ontstond, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
2.
hij op of omstreeks 11 maart 2019, in de gemeente [gemeente] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2,05 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 6 november 2020 te [plaats] , gemeente [gemeente] een voertuig, te weten een auto (gekentekend [kenteken] ) heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten GHB, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94, het gehalte in zijn bloed van de bij die stof vermelde meetbare stof 49 milliliter per liter bloed bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stof vermelde grenswaarde;
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in [plaats] , althans in Nederland op/aan de [adres] (N372), op of omstreeks 6 november 2020 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten Qbuzz) letsel en/of schade was toegebracht.
Bewijsoverweging zaak met parketnummer 18-032348-20 onder 1
Bewezenverklaring
hij op 11 maart 2019, in de gemeente [gemeente] , als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Provinciale weg N34, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk, onvoorzichtig en onoplettend, met dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig naar links te rijden, zodanig dat verdachte met het door hem bestuurde motorrijtuig, al dan niet gedeeltelijk, is terecht gekomen op de voor het verkeer uit tegengestelde richting bestemde rijstrook, waardoor op die rijstrook een frontale botsing is ontstaan met een motorvoertuig (merk: VW type: Caddy), ten gevolge waarvan beide inzittenden van dat motorvoertuig (VW Caddy), genaamd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , werden gedood;
hij op 11 maart 2019, in de gemeente [gemeente] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2,05 gram van een materiaal zijnde amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
hij op 6 november 2020 te [plaats] , gemeente [gemeente] een voertuig, te weten een auto (gekentekend [kenteken] ) heeft bestuurd na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten GHB, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94, het gehalte in zijn bloed van de bij die stof vermelde meetbare stof 49 milliliter per liter bloed bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stof vermelde grenswaarde;
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in [plaats] , op de [adres] (N372), op 6 november 2020 de voornoemde plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist aan een ander te weten Qbuzz schade was toegebracht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
30 (dertig) maanden.