2.6.2[getuige2]heeft tijdens het getuigenverhoor op 10 december 2020 verklaard dat het wachten was op het grootste thema, op het beschikbaar komen van 1 miljoen euro. Heel lang waren de pijlen gericht op de verkoop van [naam1] , maar op een zeker moment heeft de man aan [getuige2] verteld dat hij het winkelcentrum niet zou verkopen, omdat er een gunstigere andere mogelijkheid was. Over het verloop daarna verklaart [getuige2] het volgende:
“
Ik heb in gesprekken met beiden gezegd dat er een nieuwe situatie was. Er bleef staan dat er een nieuwe manier moest worden gevonden om een miljoen liquide te maken. Dat heb ik met hen allebei apart besproken. Ik heb gezegd dat zij een netwerk hadden om dat te verzorgen. Dat zijn zij gaan proberen. Bij een poging om dat te doen was ik betrokken, een gezamenlijke vriend van hen zou daar aan meewerken. Ik was er bij toen [verzoeker] een brief aan deze vriend schreef. Het ging om een overbruggingskrediet. Dat was in oktober 2017. Dat is uiteindelijk niet doorgegaan. Die vriend was [naam2] . Begin januari 2018 was er weer een mogelijkheid. Die mogelijkheid liep weer via [verweerster] en haar omgeving, dat zou [naam3] zijn die daartoe bereid was. Hij was bereid een lening te verstrekken aan [verzoeker] zodat een miljoen beschikbaar werd, met een bepaalde rente. Ik hoorde dat van alle kanten. Ook van [verzoeker] en [verweerster] . Die lening is ook niet doorgegaan.
(…)
Toen was het even stil. Totdat ik bericht kreeg van [verweerster] dat ze een nieuw plan had bedacht. Ze had dat uitgewerkt met [getuige1] . Ze wilde dat voorleggen aan [verzoeker] .
(…)
Ik weet dat de datum 22/23 februari was, omdat het de dag was voor ik op wintersport ging.
(…)
Ik werd op die dag zelf gebeld, door ik meen [verzoeker] . Hij zei dat hij bij [verweerster] was en hij vroeg of ik kon komen Dat kon ik niet.
(…)
[verzoeker] zei dat hij bij [verweerster] was en dat [verweerster] een voorstel had gedaan. [verzoeker] zei dat hij en [verweerster] er uit waren.
(…)
Hij belde en zei dat hij boos was weggegaan. Ik heb gevraagd waarom. Hij vertelde dat ze eruit waren ten aanzien van de miljoen euro. Maar er waren andere zaken aan bod gekomen (dat ging ook om geld) er werden
oude koeien uit de sloot gehaald. [verweerster] wilde daar ook afspraken over maken. Hij wilde dat niet. Daarna sprak ik [verweerster] , zij was heel verdrietig dat het niet gelukt was.
(…)
Ik ging met wintersport, ik ontving tijdens de wintersport een mail van [verzoeker] . Hij beaamde dat het jammer was dat het toch niet was doorgegaan, dat ze op een paar duizend euro na een deal hadden. Hij deed een voorstel voor een convenant waar de afspraken van de 23e opnieuw werden uitgewerkt. Daar stonden ook de andere onderwerpen in, de andere kwesties. Hij mailde mij dat ik het alleen aan [verweerster] mocht geven als ik het er helemaal mee eens was. Ik zei dat doe ik niet, omdat ik er geen mening over heb. Ik zou [verweerster] zeggen dat [verzoeker] een voorstel had. Op deze manier werkt het niet. Ik heb nog twee versies van het convenant ontvangen op 28 februari en 1 maart. Het waren variaties, de constante was wel steeds de miljoen en de constructie met [verweerster] . Die documenten heb ik.
(…)”
Aanvullend op vragen van mr. Smeets verklaart [getuige2] nog:
“Er waren wat betreft de miljoen euro geen verschillen in de verschillende convenanten. Ik weet niet meer precies wat de voorstellen waren. Het ging steeds om de betaling van een miljoen voor de periode van twee jaar, zonder rente en met inflatie. Dat stond in de mails die ik na 23 februari van [verzoeker] ontving.(…)Ik lees alle drie de versies voor.26 februari: ‘ [verweerster] verstrekt [verzoeker] een lening van 1 miljoen euro voor een periode van twee jaar, gerekend vanaf het moment dat zij [adres1] verlaat. Het bedrag van deze lening geeft [verzoeker] aan [verweerster] als onderdeel van de echtscheidingsovereenkomst en [verweerster] vrijwaart voor belastingclaims in deze. Onderpand voor deze lening zal zijn de hypotheekakte die [verzoeker] Holding B.V. op [verzoeker] in privé heeft. Herman zal deze lening na twee jaar aflossen vermeerderd met de landelijke inflatie van die twee jaar.’
28 februari is letterlijk hetzelfde als 26 februari.
1 maart is ook hetzelfde. (…)”.
De hiervoor genoemde mails en de convenanten zijn aan de verklaring van [getuige2] gehecht.
2.6.3In het tegengetuigenverhoor gehouden op 18 maart 2021 heeft
de manonder meer het volgende verklaard:
“1. Op 23 februari 2018 waren [verweerster] en ik bij elkaar gekomen om te praten over een minnelijke regeling. Het leek de goede kant op te gaan. Voor zover ik weet was dat op verzoek van [verweerster] . In de voormalige gezamenlijke echtelijke woning zagen we elkaar. Er waren al vele gesprekken geweest. We spraken over de betaling van 1 miljoen euro. Dat bedrag was in een eerder stadium bedoeld als een soort gedeeltelijke afkoop van de alimentatie die door de voorlopige voorzieningenrechter was vastgesteld. Die volledige alimentatie kon ik niet betalen. De helft zou afgekocht worden met een miljoen. € 16.000,- per maand in totaal was bepaald in voorlopige voorzieningen, waarvan ruim € 12.000,- partneralimentatie. € 16.000,- was partneralimentatie en kinderalimentatie bij elkaar. Voor dat gesprek, in 2016 dacht ik, na de uitspraak van de voorzieningenrechter, hadden we een soort convenant opgesteld: € 8.000,- per maand en de andere helft afkopen met 1 miljoen.
Ik doel op de eindovereenkomst [verzoeker] en [verweerster] die we op 28 april 2016 hadden afgesproken.
2. In [woonplaats1] waren we het wel eens over 1 miljoen. We hebben [getuige2] gebeld om het op papier te zetten, die had geen tijd. Daarna heb ik [getuige1] gevraagd dacht ik en die is ook niet gekomen. Toen spraken [verweerster] en ik verder.
(…)
3. Hoe ik dat zou betalen vraagt u mij. Mijn bedoeling was dat van de [verweerster] te lenen en dat over 2 jaar terug te betalen zonder rente en met de inflatie erbij. We namen met de regeling een soort voorschot op wat je misschien binnen zou krijgen. We hadden nog niet gesproken over hoe het moet als je het geld niet binnenkrijgt. Maar tot dat punt is het gesprek nooit gekomen. Ik weet niet wie dat voorgesteld heeft over de lening. De lening zou wel via [verweerster] komen, ik zou een schuldbekentenis tekenen van 1 miljoen zeg maar. Op de echtelijke woning zit een hypotheek van mijn bedrijf, die zou ik als zekerheid geven voor dat bedrag.
(…)
4. Toen we in gesprek waren hebben we na 1 kwartier of 1 half uur [getuige2] gebeld dat we er uit waren, 1 miljoen hebben we gezegd, dat moest uitgewerkt worden en op papier gezet worden. Ik weet niet meer of we de verpanding van de hypotheek hebben genoemd. Nadat ik [getuige2] had gebeld, bleek in het gesprek met [verweerster] dat de partneralimentatietermijn moest worden opgerekt met 2 jaar en dat nog € 50.000,- moest worden betaald. Toen ben ik boos weggegaan. Er viel geen afspraak te maken. Iedere keer was er wat.
5. Ik denk dat ik dezelfde dag nog wel contact heb gehad met [getuige2] om mee te delen dat het weer niet gelukt was. Ik weet niet meer wat er toen gezegd is. Ik heb in de dagen erna wel een aantal varianten van een nadere minnelijke regeling per mail naar haar gestuurd. Ik wilde toch nog proberen tot iets te komen. Ik wilde dolgraag een einde maken aan die discussie, [verweerster] ook. Ik stuurde die mails naar [getuige2] omdat zij jarenlang onze mediator is geweest, althans dat meende ik. Dat is later bijgesteld door [verweerster] . [getuige2] was volgens haar een coach. Kunnen we het alsnog regelen heb ik [getuige2] gevraagd, ik vroeg haar om te kijken of het zo kon als ik in de mails had geschreven. De inhoud van de stukken die achter het proces-verbaal van 10 december 2020 zitten heb ik gezien. De kopieën van de mails die daarachter zitten zijn van mijn hand. Drie varianten zijn het.
6. Het klopt dat in deze mails de constante factor de lening van 1 miljoen is. Dat is mij bekend. Die mails zijn door mij na de bespreking op 23 februari 2018 opgesteld.
In antwoord op vragen van mr. Hees verklaart de man dan als volgt:
1 miljoen is 1 miljoen, maar achteraf blijkt dat je daar anders over kunt denken. De ingangsdatum partneralimentatie zou volgens [verweerster] zijn als [verweerster] de echtelijke woning uitging. Dat was haar eis. Toen was het voor mij gewoon einde oefening(…)”
2.6.4[getuige2]is in het tegengetuigenverhoor op 18 maart 2021 opnieuw gehoord. Zij heeft op vragen van mr. Hees onder meer het navolgende verklaard:
2. (…)
Welke andere zaken die kennelijk ook over geld gingen, speelden er nog meer op dat moment?
De uitloop van de financiële ontvlechting heeft heel lang geduurd. Het ging over het wel of niet betaald hebben van kinderbijslag, wel of niet op de juiste momenten partneralimentatie en kinderalimentatie betaald hebben, verrekeningen en de kosten van de privéschool waar een van de kinderen naar toe ging en de verdeling van de kosten daarvan.
(…)
4.
(…)
Er was daarnaast ook sprake van een bedrag van meer dan € 100.000,- dat door [verzoeker] van de rekening van de kinderen was gehaald. Dat was geen discussiepunt, beiden waren het er over eens dat [verzoeker] dat bedrag aan de kinderen zou terugbetalen.
(…)
5. Hoorde bij de discussie op 23 februari 2018 ook discussie over het ingangsmoment van de partneralimentatie?
Volgens mij was er op dat moment geen discussie over. Dat ingangsmoment was geregeld bij het tekenen van de eerste overeenkomst. Ik doel dan op de overeenkomst van 28 april 2016. Daar stond het in en daar is niets aan veranderd.
6.Speelde een discussie tussen Herman en Marieke over de verlenging van de normale
alimentatietermijn van 12 jaar?
Volgens mij niet
(…)
10.
(…)
Heeft u de inhoud(van de mails met de daarin verwoorde voorstellen van [verzoeker] , hof)besproken met [verweerster] ?
Ja, in grote lijnen heb ik haar aangegeven wat het voorstel was. 12 maart heb ik dat gedaan. Haar reactie was dat ze op dat moment niet in staat was om daarover na te denken. Ze was nog te teleurgesteld, ze had geen geloof in een oplossing. Op 21 maart heb ik haar nog een keer gesproken. Nogmaals voorgesteld te gaan zitten met advocaten en [getuige1] en daarna heb ik tot 25 april geen contact meer gehad. En na 25 april heb ik ook niet meer met [verweerster] over de voorstellen gesproken.
11.Wat was er nog nodig om tot een overeenkomst te komen volgens u?
Niet veel meer dan dat ze gingen zitten en het gingen opschrijven.
(…)”
2.6.5De vrouwheeft op 18 maart 2021 ook een verklaring afgelegd. Zij verklaart onder meer:
“1. Het is lang geleden. Ik kreeg op 22 februari 2018 een ingeving, daarop heb ik [getuige2] gebeld, en daarna [getuige1] . Ik was op zoek naar een oplossing om de 1miljoen cash te maken, op een manier waarbij [verzoeker] zich veilig voelde. Ik weet dat hij bang was dat mijn vader of anderen hem het mes op de keel wilden zetten, en dat was niet wat ik wilde. Ik wilde een rechtsgang voorkomen. Als het lenen via mij gaat, dacht ik, dan krijg ik de last als er verhaald moet worden en niet [verzoeker] . Toen heb ik gebeld met [verzoeker] en hij is dus gekomen. Ik heb hem voorgesteld 1 miljoen aan hem renteloos te lenen voor 2 jaar, wat hier al eerder is genoemd. [verzoeker] was stomverbaasd. Heeft [getuige1] dit voorgesteld vroeg hij? Hij was superblij en opgelucht. Toen hebben we het lijstje uit de mail van 29 januari 2018 doorgelopen. (Lijstje productie D productie 52: huis, alimentatie, verdeling kosten, vakantiegeld, indexeren 1miljoen, terugbetaling geld, verdeling meubels.) Daarna vroeg hij: is dit alles? Toen zei ik: dit is het. We waren allebei niet normaal blij. Ik had echt weer het wij-gevoel. Ik vertelde dat ik een huis had gezien en dat ik al in vergaande staat van overleg was over de aankoop van dat huis. ik heb tekeningen laten zien en we spraken af dat we ‘s avonds met de kinderen naar ons restaurant zouden gaan en aan ze zouden vertellen dat [verzoeker] een huis had gekocht voor ons. Ik zei dat op die manier, omdat ik het zo voor de kinderen wilde brengen. Feitelijk zou ik zelf het huis kopen. [verzoeker] heeft [getuige2] gebeld en gezegd dat we eruit waren.
(…)
Opeens werd [verzoeker] heel boos. Toen we het over de ingangsdatum van de partneralimentatie hadden. Hij dacht dat ik de termijn langer wilde maken. Ik dacht dat dat niet zo was. In de overeenkomst stond dat na het verlaten van de echtelijke woning mijn partneralimentatie zou ingaan. Opeens draaide het 180 graden. Ik wist niet wat er gebeurde. Van totaal vertrouwen dat we het samen hadden opgelost naar deze situatie. Toen is hij weggegaan. Tot op de dag van vandaag begrijp ik het nog niet.2. Daarna heb ik [getuige2] geappt dat hij opeens was weggelopen.
(…)3. Ik heb nog een poging gedaan om de afspraken die we hadden gemaakt om daar nog een keer op terug te komen. Het was zoiets kleins waar het nog over ging. Het grootste, de 1 miljoen was opgelost. Ik dacht hij komt wel tot inkeer en komt er wel op terug. Die overeenkomst van 1 miljoen was er, die kleine punten dat ging naar mijn idee over niets vergeleken met de hoofdmoot. Dat heb ik gezegd. Toen kwam er een hele andere invalshoek. Die kwam uit de mails die Herman had gestuurd naar [getuige2] en waar [getuige2] mij over vertelde. Ik heb nog nooit gehoord van finale kwijtschelding. Er werden weer andere alimentatiebedragen genoemd. Ik kon niet meer opnieuw overleggen. We waren er uit, we hadden een overeenkomst, ik was op.(…)4.(…)Het ging mis op de aanvangsdatum van de partneralimentatie en de terugstorting van de kinderbijslag. Details van het grote geheel, maar voor mij waren het wel belangrijke dingen, maar geen dingen om drie jaar over verder te vechten.
(…)
1.Vraag van mr. Hees:1k wil helder krijgen wat de inhoud was van uw voorstel. Het betrof renteloos lenen
met een termijn van 2 jaar, geïndexeerd. Wanneer zou de termijn van 2 jaar ingaan?
Op het moment dat ik de echtelijke woning zou uitgaan. Dat werd 1 juni 2019 uiteindelijk, maar de intentie was dat dat veel sneller zou zijn. Ik zou de garage van de woning die ik had gekocht verbouwen, daar zou ik aanvankelijk gaan wonen. Ik had de woning gekocht onder voorbehoud dat de verkoopster er tot 1 augustus 2018 mocht blijven wonen. Ik mocht dan eerder in de garage wonen.
2.Vraag mr. Hees: Bevatte uw voorstel ook fiscaliteiten? Als de fiscus komt kijken, voor wiens rekening
zou dat komen?
Dat was duidelijk: we zouden alles doen zodat het voor ons beiden zo gunstig mogelijk was. Dat staat in de overeenkomst van 28 april 2016. Ik heb geen kennis van belastingen, ik verstond onder voor beiden zo gunstig mogelijk dat het niet op 1 persoon neerkwam. Er is een scheidingsconstructie voor zodat je dat bedrag van 1 miljoen belastingvrij kan overdragen. Ik zou lenen van mijn vader, en dan weer doorlenen naar [verzoeker] , daar was geen belasting over verschuldigd.
U begrijpt goed dat de fiscale kwestie op 23 februari 2018 totaal niet is besproken, omdat [verzoeker] ook van die regeling afwist. Het was helemaal geen punt van discussie.
3.Vraag mr. Hees: In het lijstje van 29 januari 2018 wordt € 50.000,- vermeld. Stelde u voor aan [verzoeker] : 1 miljoen plus € 50.000,- plus € 120.000,-?
Ja daar was geen discussie over. Daar waren we het over eens. We waren het over het hele lijstje eens. Dat heeft [verzoeker] ook gezegd de 23e. Hij zei zelfs: is dit alles? Ik merk op dat er al een uitspraak was over die € 50.000,-.
4.Vraag mr. Hees: In dat lijstje van 29 januari 2018 staat ook een kopje “alimentatie” :4000 netto partneralimentatie voor een periode van 12 jaar gaat in op de 1e dag van de maand waarin ik uit de echtelijke woning vertrek”.
Was de partneralimentatie al niet eerder ingegaan?
Op het punt van de alimentatie sloeg [verzoeker] aan. In de overeenkomst van 2016 was afgesproken dat ik al eind 2016, begin 2017 de echtelijke woning zou uitgaan. Hij zou dan zijn zaak al verkocht hebben. Het was nooit de bedoeling dat het zo lang zou duren voordat ik de echtelijke woning zou verlaten. Dat vloeide voor mij voort uit de overeenkomst van 2016, voor [verzoeker] blijkbaar niet. Daarin hebben we afgesproken dat de partneralimentatie zou ingaan op het moment dat ik het huis uit zou gaan, maar dat zou dus al veel eerder zijn.
5.Vraag mr. Hees: [verzoeker] heeft [getuige2] gebeld, zij kon niet komen. Daarna wilden jullie het zelf
opschrijven. Hebben jullie daar al een begin mee gemaakt?
Ja, op papier. We zijn gekomen tot het onderwerp partneralimentatie. Ik weet niet waarom de sfeer is omgeslagen. Ik heb tegen [getuige2] gezegd ik snap niet wat er is gebeurd. Het ging opeens van euforie bij [verzoeker] naar zwart in zijn ogen. Nu is me duidelijk dat hij een hele andere insteek had over de alimentatie, maar dat wist ik toen niet.
(…)
6.Vraag mr. Hees: Hoe moet ik het zien? Kwam wat u besprak op 23 februari 2018 in de plaats van 28 april 2016?
Nee, de overeenkomst van 2016 was duidelijk over de miljoen, de partneralimentatie en de kinderalimentatie. Dit was alleen maar het cash maken van 1 miljoen.
(…)
Op een vraag van de raadsheer in aansluiting op vraag 5: welke onderwerpen had u al wel
opgeschreven?
De overeenkomst over de 1 miljoen, wanneer ik de echtelijke woning zou verlaten. De € 50.000,- hadden we nog niet opgeschreven. Het was gewoon een blaadje. Dat heb ik nog in mijn dossier. Ik overhandig het u.”
2.6.6Het hiervoor onder 2.6.5 vermelde blaadje is aan het getuigenverhoor gehecht en bevat de volgende (handgeschreven) tekst:
1. [verzoeker] leent 1 miljoen van [verweerster] met inflatieindex bij terugbetaling zonder rente.
[verweerster] koopt huis met belastingconstructie vrij van belastingen middels scheidingsconstructie.
2. [verweerster] streeft 1 mei 2018 uit huis te gaan maar uiterlijk 23 juli 2018 als de kinderen vakantie krijgen
3. alimentatie