Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 17 december 2021 uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte is veroordeeld voor poging tot zware mishandeling van een penitentiair inrichtingswerker. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 2 juni 2019, waarbij de verdachte, nadat het slachtoffer een mobiele telefoon van hem had afgepakt, op de rug van het slachtoffer sprong en hem met zijn arm om de hals wurgte. Het hof oordeelde dat het gewelddadige gedrag van de verdachte uiterst verwerpelijk was en dat hij zich schuldig had gemaakt aan een ernstig strafbaar feit. De rechtbank had eerder de verdachte al veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden onvoorwaardelijk, een straf die het hof handhaafde. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij, die immateriële schadevergoeding eiste, gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 2.500,-. De verdachte is vrijgesproken van het primair tenlastegelegde feit, maar het hof achtte het subsidiair ten laste gelegde bewezen. De uitspraak benadrukt de ernst van geweld tegen ambtenaren in functie en de noodzaak van een strenge bestraffing.