ECLI:NL:GHARL:2021:11556
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Sekeris
- M. van Schuijlenburg
- J. de Witt
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en de mogelijkheid van staandehouding tijdens de coronamaatregelen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, waarbij aan de betrokkene een sanctie van € 282,- was opgelegd voor het overschrijden van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 29 km/h. De overtreding vond plaats op 25 maart 2020 op de Rijksweg A2 in Ouderkerk aan de Amstel. De ambtenaar die de overtreding constateerde, had in verband met de coronamaatregelen besloten om geen staandehouding uit te voeren, wat leidde tot de sanctie op basis van het kenteken van het voertuig. De gemachtigde van de betrokkene betwistte de rechtmatigheid van deze beslissing, stellende dat er onvoldoende bewijs was dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was. De gemachtigde verwees naar een eerdere uitspraak van het hof en betoogde dat de vrees voor besmetting met het coronavirus niet in absolute zin aan staandehouding in de weg stond. De vertegenwoordiger van de advocaat-generaal concludeerde tot bevestiging van de beslissing van de kantonrechter, wijzend op de onduidelijke situatie ten tijde van de coronamaatregelen.
Het hof oordeelde dat de ambtenaar ten onrechte had afgezien van staandehouding en dat de werkinstructie die ten tijde van de overtreding gold, niet voldeed aan de wettelijke vereisten. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep gegrond, waardoor de sanctie aan de betrokkene niet in stand kon blijven. Tevens werd bepaald dat de proceskosten voor vergoeding in aanmerking kwamen, en het hof veroordeelde de advocaat-generaal tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 1.683,-.