Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Kern van de zaak en de beslissing
2.Het procesverloop tot nu toe
3.De vaststaande feiten
Weergave gesprek 31 juli in atelier nr 37
4.Het geschil in eerste aanleg en de beslissing van de kantonrechter
5.De beoordeling in hoger beroep
Het hof zal nog geen eindbeslissing in dit arrest opnemen. Omdat het in een later stadium van de procedure tevens zal beslissen over het bestaan en de omvang van een schadevordering van [geïntimeerde] , zal het ook dan pas een oordeel geven over het beroep van [geïntimeerde] op verrekening met enig bedrag dat hij in verband met factuur [nummer1] verschuldigd is.
In de inleidende dagvaarding heeft [appellant] gesteld dat een ingebrekestelling en een aanmaning zijn gestuurd, met verwijzing naar een brief en verschillende aanmaningen die zijn overgelegd. Daarmee heeft [appellant] voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht en [geïntimeerde] heeft dit niet betwist. Het hof zal de kosten toewijzen op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, waarvoor het toe te wijzen bedrag van de openstaande facturen van belang is. Het hof zal over de buitengerechtelijke incassokosten beslissen na vaststelling van het bedrag dat [geïntimeerde] op grond van de factuur nog zou moeten betalen. De vordering tot betaling van de wettelijke rente over deze kosten vanaf de datum van de inleidende dagvaarding is als niet weersproken toewijsbaar.
6.De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal/zullen opgeven op de
roldatum 4 januari 2022(drie weken na arrestdatum), waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;