In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 8 juli 2021. De rechtbank had een terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd aan de terbeschikkinggestelde, die dadelijk uitvoerbaar was verklaard. Het hoger beroep is nog in behandeling, en het hof heeft geoordeeld dat het nog niet onherroepelijk vaststaat dat de terbeschikkinggestelde wordt veroordeeld of dat de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal worden opgelegd.
Het hof heeft de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, en de advocaat-generaal. De terbeschikkinggestelde heeft enkele voorwaarden overtreden, maar het hof oordeelt dat deze overtredingen niet zodanig ernstig zijn dat omzetting naar verpleging van overheidswege noodzakelijk is. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat hij aan zijn behandeling wil werken en dat het goed gaat in de penitentiaire inrichting waar hij verblijft.
Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en oordeelt dat voortzetting van de terbeschikkingstelling met de geformuleerde voorwaarden, waaronder opname in een Forensisch Psychiatrische Kliniek, voldoende is voor de beveiliging. Het hof benadrukt dat er geen acuut delictgevaar aanwezig is dat een bevel tot verpleging van overheidswege rechtvaardigt. De beslissing van de rechtbank wordt met aanvulling van gronden bevestigd.