Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
Waar het in deze zaak om gaat
3.De vaststaande feiten
“Afgesproken prijs van € 85.000,- (marge) bij verkoop te betalen aan fam [naam1] . Zarro is vrij om een hoger bedrag te vragen dan het afgesproken bedrag van € 85.000,-”en
“Bij verkoop zonder inruil is Zarro vrij om de deal te sluiten zonder overleg.”Dit document is niet ondertekend door [naam1] .
4.Het geschil en de beslissing van de rechtbank
18 april 2019, en van € 1.716,02 aan vergoeding voor beslagkosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 april 2020. [appellant] is voorts veroordeeld in de proceskosten en de nakosten.
5.De vordering in hoger beroep
6.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief 1klaagt [appellant] over de in overweging 4.3 door de rechtbank tot uitgangspunt genomen feiten bij de beoordeling van het aan hem verweten onrechtmatig handelen.
Grief 2bestrijdt dat sprake is van onrechtmatig handelen en een ernstig persoonlijk verwijt. Met
grief 3beroept [appellant] zich op disculpatie en met
grief 4beoogt hij matiging van een schadevergoeding.
Grief 5tenslotte keert zich tegen zijn veroordeling in de proceskosten. De grieven 1 en 2 lenen zich voor gezamenlijke bespreking en zullen als eerste worden besproken.
de vervreemding op de hoogte was of daarvan op de hoogte is gesteld. Het enkele feit dat de vervreemding aan de ouder gerechtigde is bekend gemaakt of dat deze daarvan uit anderen hoofde kennis droeg, is echter niet voldoende [1] .
7.De beslissing
uitsluitendbewijs door bewijsstukken wenst te leveren, hij die stukken op de roldatum van 4 januari 2022 in de procedure moet inbrengen;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum van 4 januari 2022, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;