ECLI:NL:GHARL:2021:11220

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 december 2021
Publicatiedatum
7 december 2021
Zaaknummer
P21/0307
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van verpleging van overheidswege voor terbeschikkinggestelde na herhaalde overtredingen van voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 2 augustus 2021. De rechtbank had bevolen dat de terbeschikkinggestelde, geboren in Iran in 1986 en verblijvende in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum, van overheidswege zou worden verpleegd. De terbeschikkinggestelde had herhaaldelijk de voorwaarden van zijn terbeschikkingstelling overtreden door niet de voorgeschreven medicatie in te nemen, wat essentieel is voor zijn behandeling. Ondanks verschillende inspanningen, waaronder crisisopnames en zorgmachtigingen, was er geen verbetering in zijn situatie. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en de advocaat-generaal heeft gepleit voor bevestiging van de beslissing van de rechtbank.

Het hof heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde niet bereid was om de voorgeschreven medicatie in te nemen, wat een van de voorwaarden van zijn terbeschikkingstelling was. De terbeschikkinggestelde betwistte de noodzaak van de medicatie en stelde dat hij niet gehoord werd in zijn bezwaren. Het openbaar ministerie benadrukte echter dat de terbeschikkingstelling alleen bedoeld is voor personen die zich aan de voorwaarden kunnen houden. Gezien het hoge recidiverisico en de overtredingen van de voorwaarden, concludeerde het hof dat verpleging van overheidswege noodzakelijk was.

Het hof heeft het verzoek van de terbeschikkinggestelde om nader onderzoek naar alternatieve behandelinstellingen afgewogen, maar dit verzoek afgewezen. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde niet in staat was om zich aan de voorwaarden te houden en dat de veiligheid van anderen in het geding was. De uitspraak benadrukt de noodzaak van verpleging van overheidswege in het belang van de veiligheid en de behandeling van de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

TBS P21/0307
Beslissing d.d. 2 december 2021
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] (Iran) op [geboortedag] 1986,
verblijvende in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) te [behandelplaats] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland,
zittingsplaats Lelystad, van 2 augustus 2021. Deze beslissing houdt in het bevel dat de
terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 4 augustus 2021;
  • het aanvullend advies van GGZ Reclassering Inforsa van 2 november 2021.
Het hof heeft ter zitting van 18 november 2021 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. K. Bruil, advocaat te Almere, en de advocaat-generaal mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit. Daarnaast is als deskundige gehoord [reclasseringswerker] , reclasseringswerker.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
Het klopt niet dat de terbeschikkinggestelde in het geheel niet bereid is om medicatie in te nemen. Hij is het alleen niet eens met de voorgeschreven dosering, omdat hij daardoor veel last van bijwerkingen heeft. De terbeschikkinggestelde vindt dat er op dit punt niet naar hem wordt geluisterd. De door de kliniek gestelde bedreiging van de psychiater moet in dat licht dan ook eerder worden opgevat als een uiting van frustratie dan als een daadwerkelijke bedreiging. Er is door dit handelen van de terbeschikkinggestelde niet een dusdanig risico ontstaan dat verpleging van overheidswege thans is vereist. Kijkend naar de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit is het alsnog verplegen van overheidswege niet passend. Voor een kliniek die is gespecialiseerd in de problematiek van de terbeschikkinggestelde, zou één incident niet al een reden moeten zijn om alsnog de verpleging van overheidswege te adviseren. De raadsvrouw heeft primair verzocht de vordering van de officier van justitie tot alsnog verpleging van overheidswege af te wijzen.
Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden, teneinde uitvoeriger onderzoek te laten verrichten naar de mogelijkheden van het voortzetten van de behandeling binnen het huidige voorwaardelijke kader in een andere kliniek.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De terbeschikkingstelling met voorwaarden is bedoeld voor personen die bereid én in staat zijn om zich aan voorwaarden te houden. De terbeschikkinggestelde wil de hem voorgeschreven dosering medicatie niet innemen, terwijl dit één van de voorwaarden van de maatregel is. Uiteindelijk is er een zorgmachtiging afgegeven om te bewerkstelligen dat hij de voorgeschreven medicatie inneemt. Maar het is niet de bedoeling dat een ander kader nodig is om één van de voorwaarden van de terbeschikkingstelling te kunnen afdwingen. Daarnaast heeft de terbeschikkinggestelde een nieuw strafbaar feit gepleegd door de psychiater te bedreigen. Het recidiverisico wordt als zeer hoog ingeschat. Gelet op het overtreden van de voorwaarden en het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen is verpleging van overheidswege vereist. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Afwijzing verzoek
Het hof acht zich op basis van de aanwezige informatie voldoende voorgelicht om te kunnen
oordelen over het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het verzoek om nader
onderzoek te laten verrichten naar een instelling waar de terbeschikkinggestelde in het
huidige kader kan verblijven wordt afgewezen. De noodzakelijkheid daarvan is niet
gebleken.
Bevestiging
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal de beslissing, waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd.
De terbeschikkinggestelde heeft niet één maar meerdere keren de voorwaarden overtreden door geen althans niet de voorgeschreven dosering medicatie te willen innemen, terwijl medicatie een essentieel onderdeel is van de behandeling van zijn problematiek. Nadat hij decompenseerde, met als gevolg verbaal en fysiek agressief gedrag richting de verpleging, heeft er een verlengde crisisopname in een instelling met een hoger beveiligingsniveau plaatsgevonden. Omdat de situatie van de terbeschikkinggestelde niet verbeterde en er opnieuw heftige psychotische klachten ontstonden, is een zorgmachtiging afgegeven om te bewerkstellingen dat dwangmedicatie kan worden toegediend. Ook dit heeft niet geleid tot een stabiele situatie.
Uit het aanvullend advies van de reclassering blijkt dat de terbeschikkinggestelde zich in PPC [behandelplaats] opnieuw onbehandelbaar opstelt en er wederom sprake is van (verbaal) agressief gedrag. Ook weigert hij medicatie-inname.
Het hof stelt vast dat de vele inspanningen die zijn verricht om de situatie van de terbeschikkinggestelde te stabiliseren niet hebben geleid tot een positief resultaat. De gestelde voorwaarden blijken onvoldoende om de veiligheid te waarborgen en de problematiek van de terbeschikkinggestelde positief te beïnvloeden. Alsnog verpleging van overheidswege is dan ook aangewezen.

Beslissing

Het hof:
Wijst afhet verzoek om onderzoek te laten verrichten naar een instelling
waar de terbeschikkinggestelde in het huidige kader kan verblijven.
Bevestigtde beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 2 augustus 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Aldus gedaan door
mr. M.E. van Wees als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en drs. I.M. van Woudenberg en drs. I. van Outheusden als raden,
in tegenwoordigheid van mr. C.J. Broersma als griffier,
en op 2 december 2021 in het openbaar uitgesproken.
mr. E.A.K.G. Ruys en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.