Uitspraak
bij de kantonrechter: eiseres,
AIS,
1.[geïntimeerde1] ,
2. [geïntimeerde2] ,
3. [geïntimeerde3] ,
de erven,
1.De verdere procedure bij het hof
2.Waar gaat het in deze zaak om2.1 Het gaat er in deze zaak om of de erven aansprakelijk zijn voor schade die is ontstaan aan een vliegtuig van AIS, dat werd gehuurd door wijlen de echtgenoot en vader van de erven.2.2 De kantonrechter heeft de vordering tot schadevergoeding van AIS tegen de erven afgewezenHet hof komt tot hetzelfde oordeel en zal dat oordeel hierna motiveren door eerst de relevante feiten te vermelden en daarna de stellingen van partijen te bespreken, voor zover die van belang zijn voor het oordeel van het hof
3.De vaststaande feiten
[naam1] en [naam2] deel te nemen aan een zogenaamde air rally, waarbij gevlogen werd van Lelystad Airport naar Rotterdam Airport, van Rotterdam Airport naar vliegbasis Woensdrecht en van vliegbasis Woensdrecht (terug) naar Lelystad Airport. [de erflater] was piloot, [naam1] navigator en [naam2] was als passagier in het vliegtuig aanwezig.
Op 21 maart 2018 heeft de behandelend officier van justitie aan AIS geschreven dat het onderzoek is afgerond, maar dat vernieling van het vliegtuig niet bewezen kan worden. [de erflater] heeft weliswaar een ruwe landing gemaakt met het vliegtuig, maar voor het bewijs dat hij opzettelijk zo ruw is geland biedt het dossier “geen enkele steun”. Wel kan bewezen
[de erflater] heeft de hem opgelegde boete betaald.
Nadat het hiervoor beschreven politieonderzoek was afgerond heeft “AIS” [de erflater] in een brief van 16 april 2018 opnieuw aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade, in die brief gesteld op € 33.897,25 (ex btw), waarvan € 18.897,25 aan directe schade (reparatiekosten) en € 14.800,- aan omzetschade.
In een brief van 22 januari 2019 (enkele weken na het overlijden van [de erflater] ) heeft de advocaat van AIS [de erflater] aansprakelijk gesteld voor de door AIS geleden schade. Deze aansprakelijkheidsstelling is herhaald in een brief van de advocaat van 4 februari 2019 aan de erven.
4.4. De bespreking van de (relevante) geschilpuntenInleiding4.1 AIS heeft aan haar vordering allereerst ten grondslag gelegd dat [de erflater] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit een huurovereenkomst met haar. Subsidiair meent zij dat [de erflater] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld en om die reden schadeplichtig is.
- Een van de andere inzittenden, de heer [naam1] , werkzaam als piloot bij KLM, heeft onder meer het volgende verklaard:
De nadering van de landingsbaan op de luchthaven Rotterdam verliep ook soepel. Dat blijkt ook uit het filmpje dat [naam2] gemaakt heeft. Wij zaten niet te hoog, gingen voor zover ik kon waarnemen niet te snel en de touch down vond ook op een normale plek op de baan plaats voor een toestel als dit. Omdat dit een klein toestel was, zijn de lichten bij de baan niet relevant. Die zijn van belang voor de landing van een groot toestel. Dit om er voor zorg te dragen dat na de touch down voldoende baan over is om af te remmen. Een klein toestel als dit gebruikt echter maar een klein deel van de totale landingsbaan en kan dus op een verder gelegen punt makkelijk landen.
- Het oordeel van [naam1] wordt gedeeld door de heer [naam3] , gezagvoerder bij KLM en ook actief in de ‘kleine luchtvaart’. [naam3] heeft een door de andere passagier,
[naam2] , gemaakte filmopname van de landing in Rotterdam bestudeerd en schrijft daarover:
“
Ik kan op de filmbeelden niet de snelheidsmeter zien en kan daarom niet de snelheid vaststellen. Wat ik wel vaststel is, dat het toestel een normale approach maakte en eerst met het hoofdlandingsgestel de grond raakt. Vervolgens treedt een rare cadans of frequentie op. De neus gaat omhoog en omlaag, omhoog en omlaag totdat gas bijgegeven wordt en het toestel vervolgens alsnog op de grond wordt gezet.Op basis van de beelden lijkt het er op, dat er bij de landing nog te veel snelheid, dus energie in het vliegtuig zat. Dat kan de rare frequentie die daarna optreedt verklaren. Het was een serie korte bounces die elkaar heel snel en in hoog tempo opvolgden.Ik heb ook een afschrift ontvangen van een stuk waaruit blijkt dat de snelheidsmeter niet goed functioneerde. Dat zou een verklaring kunnen zijn voor de te hoge energie die nog in het toestel zat. Het zou ook verklaren dat [de erflater] werd verrast.Tegen de hiervoor geschetste achtergrond denk ik niet dat gesteld kan worden dat de piloot iets fout heeft gedaan bij de landing. Hij werd verrast, naar het zich laat aanzien, door een mankement in het toestel, en is er vervolgens in geslaagd het toestel veilig aan de grond te zetten.Ik begrijp dat van de zijde van de eigenaar van het toestel wordt gezegd dat [de erflater] verkeerd gereageerd zou hebben door de neus van het toestel naar de grond te drukken. In plaats daarvan had hij vervolgens hen, een doorstart moeten maken. Ik vind dat deze stellingen geen recht doen aan de realiteit waarmee hij werd geconfronteerd. Die realiteit was dat hij totaal onverwacht werd geconfronteerd met een toestel waarin nog te veel energie zat bij landing, met als gevolg een serie korte bounces. Hij is er in enkele seconden in geslaagd om het toestel daar uit te halen en veilig aan de grond te zetten. Uit de beelden blijkt daarbij dat hij dat deed door een korte doorstart te maken. Ik vind het verwijt van de eigenaar dan ook onterecht.”
Ook [naam3] verklaart de problemen bij de landing dan ook uit een te hoge snelheid van het vliegtuig en meent dat [de erflater] vervolgens adequaat heeft gehandeld.
- Uit een schriftelijke verklaring van [naam2] volgt dat [de erflater] na de problemen in Rotterdam met behulp van GPS de snelheidsmeter heeft gecontroleerd en tot de conclusie kwam dat de snelheid 10 tot 15 knopen hoger was dan de meter aangaf. Bij de landingen in Woensdrecht en Lelystad werd vervolgens 10 tot 15 knopen langzamer gevlogen dan de meter aangaf en ontstonden er geen problemen.
- Dat de snelheidsmeter niet de juiste snelheden aangeeft, volgt uit een onderzoek door de heer [naam4] , grondwerktuigkundige bij de politie. In een testrapport van
“
De snelheidsmeter is niet goed. Tijdens een reguliere inspectie zou hij worden afgekeurd. De snelheidsmeter ijlt heel erg na, en is niet accuraat. In de lagere snelheden zit hij net op het limit en bij de hogere snelheden wijkt hij te veel af. Ook bij een zogenaamde leak check, kwam het systeem niet door de test.”
Uit een staatje bij het rapport, waarin de gemeten snelheden worden vergeleken met de aangegeven snelheden, blijkt dat vanaf een gemeten snelheid van 110 knopen per uur de snelheidsmeter 10 knopen per uur minder aangeeft, bij 40 knopen is het verschil lager (dan wordt 38 knopen aangegeven), bij 80 knopen is het verschil 5 knopen, maar bij 60 knopen weer 10 knopen. In een opmerking bij het staatje schrijft [naam4] :
“
De snelheidsmeter ijlt erg na.”
“Ik zag dat, vlak voordat de [nummer] bij de baandrempel kwam, de PAPI-verlichting 4 witte lampen aangaf. Als men een ILS-approach maakte dan zou het Luchtvaartuig boven het glijpad vliegen. Echter nu werd een Visual approach gemaakt.” De bevindingen van het politieonderzoek bieden dus evenmin steun voor het door AIS gemaakte verwijt.
Conclusies4.17 De grieven van AIS falen. Het hof zal het vonnis van de kantonrechter bekrachtigen. AIS zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten bij het hof (geliquideerd salaris van de advocaat: 2 punten, tarief IV), te vermeerderen met het gevorderde nasalaris.
5.5. De beslissing
€ 760,- aan verschotten en op € 4.062,- voor geliquideerd salaris van de advocaat, te vermeerderen met € 157,- voor nasalaris, te verhogen met € 62,- indien niet binnen 14 dagen na de datum van dit arrest aan deze veroordeling is voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;