Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
[de minderjarige1], geboren [in] 2016, en
[de minderjarige2], geboren [in] 2017.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, geboren in 2016 en 2017, die onder toezicht staan van de gecertificeerde instelling Regiecentrum Bescherming en Veiligheid. De ouders, die gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen, zijn in een complexe situatie verwikkeld, waarbij de moeder emotioneel instabiel is en de vader in voorlopige hechtenis heeft gezeten. De kinderrechter heeft eerder een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, die door de moeder in hoger beroep wordt aangevochten. Het hof oordeelt dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is, gezien de onveilige opvoedsituatie en de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen. De moeder verzoekt om een wijziging in de zorgregeling, maar het hof vindt dat de huidige regeling, waarbij de kinderen om de week bij een netwerkpleeggezin verblijven, in hun belang is. De ouders zijn niet in staat om de zorg voor de kinderen volledig op zich te nemen, en de GI heeft een toezichthoudende rol. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter en wijst het verzoek van de moeder af.