Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging (klacht)
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op tijdstippen in de periode van 31 maart 2014 tot en met 12 september 2016 te [plaats1] , gemeente [gemeente1] en/of te [plaats2] , in ieder geval in Nederland, telkens opzettelijk geldbedragen (in totaal € 173.650,-), toebehorende aan [benadeelde partij] , en welke geldbedragen verdachte als gevolmachtigde onder zich had, telkens wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij
€ 173.650,00 (honderddrieënzeventigduizend zeshonderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.