Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Het Spuiplein B.V.,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing in hoger beroep
€ 184.476,60 verschuldigd is aan [appellant] uit hoofde van openstaande facturen die [appellant] heeft gestuurd. De achtergrond daarvan is als volgt. In december 2013 is tussen [appellant] en Het Spuiplein een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen voor de uitvoering van werkzaamheden door [appellant] als uitvoerder voor Het Spuiplein. Het betrof een bouwproject voor de (her)ontwikkeling van een aantal appartementen en winkels in het centrum van [woonplaats] . Het Spuiplein realiseerde deze herontwikkeling in eigen beheer, dus zonder tussenkomst van een (hoofd)aannemer. [appellant] en Het Spuiplein zijn (mondeling) een uurtarief van € 70,00 (exclusief btw) overeengekomen voor de werkzaamheden van [appellant] .
11 maart 2014 heeft de heer [naam1] (hierna: [naam1] ) namens Het Spuiplein aan [appellant] geschreven:
juli 2016 opgeleverd. [appellant] heeft Het Spuiplein verschillende facturen gestuurd voor de door hem verrichte werkzaamheden. De facturen met de nummers 09030 tot en met 09041 en factuurnummer 090943, verstuurd in de periode van 10 oktober 2014 tot en met
23 januari 2017, zijn door Het Spuiplein voldaan. Deze facturen zien op een totaal van 1633 manuren die volgens de beschrijving op de facturen zijn gewerkt in de jaren 2014 tot en met 2017.
23 januari 2017 alle overeengekomen manuren had betaald, gelet op de e-mail van
11 maart 2014 van [naam1] waarin Het Spuiplein uitging van een totaal van 1000 manuren die door [appellant] zou worden gewerkt. De rechtbank heeft geoordeeld dat [appellant] deze stelling onvoldoende gemotiveerd heeft betwist, dat hij te laat (achteraf) een specificatie heeft gegeven van de gedeclareerde uren en onvoldoende heeft weersproken dat alle uren zagen op noodzakelijke uitvoerderswerkzaamheden. De rechtbank is door de afwijzing van de vorderingen van [appellant] niet meer toe gekomen aan behandeling van de voorwaardelijke tegenvordering van Het Spuiplein.
vier grieven hoger beroep tegen ingesteld. Hij vordert dat het hof - samengevat - het vonnis van de rechtbank zal vernietigen en Het Spuiplein alsnog zal veroordelen tot betaling van het bedrag van € 184.476,60, te vermeerderen met wettelijke handelsrente over de factuurbedragen vanaf de respectieve vervaldata van de facturen, althans een in goede justitie te bepalen redelijk loon, te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten ad € 2.619,77 en met veroordeling van Het Spuiplein in de kosten van beide procedures en daarnaast tot terugbetaling van alles wat [appellant] naar aanleiding van het vernietigde vonnis aan Het Spuiplein heeft moeten voldoen.
inschattingvan het aantal uren dat [appellant] denkt met het project bezig te zullen zijn, waarvoor [naam1] een voorzet doet. Ook heeft de bouw van het werk uiteindelijk langer geduurd dan de in de e-mail genoemde 50 weken. Het enkele niet reageren op de e-mail is, mede gelet op het feit dat het een vraag over een inschatting betrof, onvoldoende om gerechtvaardigd vertrouwen van de zijde van Het Spuiplein aan te nemen. Ook mocht Het Spuiplein er op grond van dit bericht en de verdere gang van zaken (het feit dat het project in juli 2016 is opgeleverd, [appellant] daarna nog enige werkzaamheden heeft gedaan in verband met opleverpunten en zijn werkzaamheden in januari 2017 zijn geëindigd) niet zonder meer op vertrouwen dat met de factuur van
23 januari 2017 alle werkzaamheden van [appellant] waren voldaan.
‘Leidraad Deskundigen in civiele zaken’van de rechtspraak. Het betreft hier immers een civiele procedure waarin het hof zal overgaan tot benoeming van Verriet als gerechtelijk deskundige op de voet van artikel 194 Rv. In zoverre is het niet mogelijk om het deskundigenbericht uit te brengen conform reglementen van de Raad.
3.De beslissing
1 februari 2022toestuurt aan de griffie van dit hof (griffie handelsrecht, postbus 9030, 6800 EM Arnhem);
€ 4.625,23 (inclusief btw);
22 februari 2022waarop beide partijen gelijktijdig een memorie na deskundigenrapport kunnen nemen;