Uitspraak
[verzoeker],
PG Goutum,
1.De procedure bij de kantonrechter
2.De procedure in hoger beroep
3.Waar gaat deze procedure over?
4.De vaststaande feiten
5.De van belang zijnde kerkelijke regelingen
Gemeentepredikant bepaalt Ord. 3 dat een eigen rechtspositie geldt die is neergelegd in GR 5, getiteld Rechtspositie van predikanten (verder: de Rechtspositieregeling). Verder hanteert PKN een Gids arbeidsvoorwaarden voor predikanten, waarin is opgenomen dat de rechtspositie geheel door het kerkelijk recht wordt beheerst en gezien wordt als een rechtsverhouding van eigen aard (
sui generis) en dat het burgerlijk overeenkomstenrecht niet (rechtstreeks) van toepassing is.
6.De beslissing van de kantonrechter
7.De verzoeken in hoger beroep
De ontvankelijkheid van [verzoeker] in zijn appel en in zijn verzoek tot toekenning van een transitievergoeding
sui generiskarakter van de aanstelling, levert niet de verplichting op voor [verzoeker] om op straffe van niet-ontvankelijkheid eerste de algemene kerkelijke bezwaar- en beroepsprocedure te doorlopen. Het hof betrekt daarbij dat ook volgens PG Goutum niet ter discussie staat dat [verzoeker] zijn vordering aan de kantonrechter had mogen voorleggen als de kerkelijke rechter hem niet in het gelijk zou hebben gesteld, aangezien het uiteindelijk aan de burgerlijke rechter is om te oordelen of sprake is van een zwaarwegend dwingendrechtelijke bepaling en voorts dat de mogelijkheid om een transitievergoeding te vorderen aan een korte vervaltermijn onderhevig is van drie maanden, te rekenen vanaf het einde van de overeenkomst met PG Goutum, derhalve drie maanden na 1 augustus 2020. Dat de bezwaar – en beroepsprocedure, bij een binnen de termijn ingediend bezwaar tegen de beslissing van de kerkenraad van 12 maart 2020, zodanig ruim voor 1 november 2020 zou zijn afgerond dat [verzoeker] in dat geval nog tijdig naar de kantonrechter had kunnen stappen, valt ernstig te betwijfelen.
9.De beoordeling in principaal appel
sui generiste handhaven voor Gemeentepredikanten en niet over te gaan op arbeidsovereenkomsten, vooral ingegeven zou zijn door financiële motieven, maakt dit niet anders. Zo dit al juist zo zijn, valt ook een dergelijke keuze binnen de inrichtingsvrijheid van een kerkgenootschap. PG Goutum heeft dit overigens bestreden en uit het door [verzoeker] in het geding gebrachte advies van de Adviescommissie Rechtspositie Predikanten van augustus 2015 blijkt niet dat in de discussie alleen financiële motieven een rol zouden hebben gespeeld en het theologisch non-dominatiobeginsel niet heeft meegewogen bij de toen gemaakte keuze tot handhaving van de overeenkomst
sui generis.
sui generis.