Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Waar gaat het over
2.Hoe is de procedure verlopen
3.De feiten
4.Wat wordt er verzocht
5.Wat vindt [de minderjarige]
6.De motivering van de beslissing
7.De slotsom
8.De beslissing
.300.962/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige dochter, geboren in 2009. De rechtbank Noord-Nederland had eerder op 1 juni 2021 de minderjarige onder toezicht gesteld en op 10 augustus 2021 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De moeder van de minderjarige was het niet eens met deze beslissingen en heeft hoger beroep aangetekend. Het hof heeft vastgesteld dat er strijd en wantrouwen bestond tussen de moeder en de hulpverlening, wat het belang van het kind in gevaar bracht. Het hof heeft besloten dat de minderjarige onder strikte voorwaarden voorlopig naar huis kan gaan, terwijl het verzoek om machtiging tot uithuisplaatsing voor beperkte tijd aanhoudt. Het hof benadrukt het belang van onderwijs voor de ontwikkeling van de minderjarige en de noodzaak van samenwerking tussen de moeder en de hulpverleners. De beslissing om de minderjarige terug te plaatsen is genomen in het belang van haar ontwikkeling en welzijn, met de verwachting dat er stappen gezet worden om haar situatie te verbeteren.