Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: verzoekster,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bewindvoerder voor de rechthebbende, die lijdt aan het syndroom van Down. Verzoekster, de zus van de rechthebbende, had verzocht om haar benoeming tot bewindvoerder, nadat de ouders van de rechthebbende als bewindvoerders waren ontslagen. De rechtbank Overijssel had het verzoek van verzoekster afgewezen, waarop zij in hoger beroep ging. Het hof heeft de procedure in eerste aanleg en de bestreden beschikking van de rechtbank beoordeeld. Het hof concludeert dat er geen gewichtige redenen zijn om de huidige bewindvoerder te ontslaan. De huidige bewindvoerder is benoemd om te zorgen voor een onafhankelijke en transparante financiële afhandeling, gezien de problemen die in het verleden zijn ontstaan door de betrokkenheid van de ouders. Het hof heeft vastgesteld dat verzoekster weliswaar een goede band heeft met de rechthebbende en in staat is om hem te ondersteunen, maar dat dit niet voldoende is om de huidige bewindvoerder te ontslaan. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en de kosten van het hoger beroep gecompenseerd.