Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
[appellante],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten en het verloop van de procedures
3.De beoordeling
tot een maximum van € 50.000 is bereikt.’
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een burenrechtelijk geschil over de aanleg van een terras. De appellanten, [appellant en appellante], hebben in eerste aanleg bij de rechtbank Midden-Nederland een veroordeling gevorderd tot verplaatsing van een hekwerk en verwijdering van boeiboorden. De rechtbank heeft de vordering tot verwijdering van de boeiboorden afgewezen, maar de vordering tot verplaatsing van het hekwerk toegewezen, met een dwangsom van € 1.000 per overtreding tot een maximum van € 50.000. In een eerder arrest heeft het hof de boeiboordveroordeling in aangepaste vorm toegewezen en de dwangsomveroordeling bekrachtigd.
De kern van het geschil in hoger beroep betreft de vraag of er dwangsommen zijn verbeurd door [geïntimeerde] vanwege het niet naleven van de boeiboordveroordeling. De appellanten stellen dat [geïntimeerde] dwangsommen heeft verbeurd omdat hij de boeiboordveroordeling niet tijdig heeft nageleefd. [geïntimeerde] betwist dit en stelt dat het hof in het dictum van het eerdere arrest de dwangsomveroordeling heeft bekrachtigd, waardoor het maximum van € 50.000 geldt voor zowel de hekwerk- als de boeiboordveroordeling samen.
Het hof oordeelt dat de dwangsomveroordeling door het arrest zo was aangepast dat deze betrekking heeft op overtredingen van beide veroordelingen, zolang het maximum nog niet was bereikt. Aangezien het maximum van € 50.000 al was bereikt, heeft [geïntimeerde] geen dwangsommen meer verbeurd. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter en wijst de vorderingen van [appellant en appellante] af.