In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een geschil tussen een loonbedrijf, [appellant], en de besloten vennootschap [geïntimeerde] Holding Den Ham B.V. over de aankoop van landbouwmachines, waaronder een Claes 970 Jaguar hakselaar. [appellant] stelt dat de hakselaar niet voldeed aan de verwachtingen die hij had op basis van de koopovereenkomst, omdat deze niet in staat was om shredlage te hakselen zonder aanvullende apparatuur. Hij vordert schadevergoeding en ontbinding van de overeenkomsten, terwijl [geïntimeerde] in reconventie betaling eist voor kosten die verband houden met de inbezitneming van de machines.
De rechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat [appellant] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims over gebreken bij aflevering van de hakselaar. [appellant] is in hoger beroep gegaan, waarbij hij opnieuw bewijs wil leveren dat de hakselaar gebreken vertoonde en dat deze niet voldeed aan de afgesproken specificaties. Het hof heeft [appellant] toegestaan om dit bewijs te leveren en heeft een getuigenverhoor bepaald. De zaak is complex, met verschillende juridische termen zoals non-conformiteit, dwaling en onrechtmatige daad die aan de orde komen. Het hof heeft de verdere behandeling van de zaak aangehouden en zal na bewijslevering verder beslissen.