Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.[de moeder] ,wonende te [C] ,verder te noemen: de moeder,
2.[de vader] ,wonende te [C] ,verder te noemen: de vader,
3.het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen,
4. de gecertificeerde instelling:
Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen,
kantoorhoudend te Assen,
verder te noemen: de GI.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een brief van de GI van 4 november 2020 met productie(s).
3.Feiten
3.4 Bij beschikking van 18 september 2020 (
niet de nu bestreden beschikking) heeft de kinderrechter, voor zover hier van belang, de beschikking van 8 september 2020 bekrachtigd voor zover daarbij een machtiging is verleend tot plaatsing van [verzoeker] in een gesloten accommodatie tot 18 september 2020 en de ondertoezichtstelling beëindigd per die datum (om procedurele redenen). De kinderrechter heeft daarbij te verstaan gegeven dat daarmee de basis is ontvallen aan de machtiging tot plaatsing van [verzoeker] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp.
18 september 2020 toegewezen.
4.De omvang van het geschil
18 september 2020 en 5 oktober 2020 te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verzoeken van het college (hiervoor onder 3.5 en 3.6 vermeld) alsnog af te wijzen.
5.De motivering van de beslissing
5.12 [verzoeker] kan zich blijkens zijn derde grief en bijbehorende toelichting niet vinden in dat oordeel van de kinderrechter. Kort samengevat vindt [verzoeker] de termijn van de maatregel te lang omdat hij al sinds 28 augustus 2020 bij [A] verblijft, daar te weinig gebeurt wat betreft diagnostiek en behandeling en alternatieven onbenut worden gelaten. [verzoeker] vindt de maatregel daarom in strijd met de subsidiariteit, proportionaliteit en artikel 8 EVRM. Ter zitting heeft [verzoeker] een en ander nader toegelicht en uitgelegd hoe het volgens hem zover heeft kunnen komen dat gesloten jeugdhulp nodig is en waar hij tegenaan loopt bij [A] . Hij vindt het kort samengevat ondermaats en niet bij hem passen.
27 september 2019 in verzekering gesteld. Op 30 september 2019 is [verzoeker] voorgeleid bij de rechter commissaris en vervolgens zijn er voorwaarden gesteld aan de schorsing van zijn voorlopige hechtenis, waaronder dat [verzoeker] zich zou houden aan de aanwijzingen van de raad voor de kinderbescherming en jeugdreclassering, dat hij volgens het lesrooster onderwijs zou volgen en dat hij mee zou moeten werken aan hulpverlening gericht op onder meer agressieregulatie. Op meerdere momenten heeft [verzoeker] zich vervolgens niet aan de voorwaarden gehouden en heeft hij officiële waarschuwingen daarvoor gehad van de jeugdreclassering.
4 november 2020 blijkt in dit verband dat de focus in de behandeling van [verzoeker] vooral ligt op het stabiliseren van [verzoeker] (structuur/routine/schoolgang/regels) en het volgen van een Agressie Regulatie Training. Het hof kan zich voorstellen dat het voor [verzoeker] lijkt of er niets gebeurt aan behandeling of diagnostiek bij [A] maar dat is dus niet zo. Een deel van de behandeling bestaat in dit verband uit het bieden van structuur en een veilige leefomgeving en verder is de verwachting van het college dat eind november de diagnostiek zal zijn afgerond. Mede aan de hand daarvan zal het perspectief van [verzoeker] worden bepaald. Het hof vindt het aangewezen dat af te wachten. Vooralsnog kan een lichtere maatregel niet toereikend worden geacht gelet op de aard en de ernst van de zorgen die er over hem zijn in combinatie met het gegeven dat hij eerdere hulpverlening niet heeft weten te benutten en ook de voorwaarden zoals aan hem gesteld door de rechter-commissaris heeft overtreden.
15 oktober 2020 is weggelopen en enkele dagen is weggebleven, dat hij op 22 oktober 2020 een groepsleider heeft geschopt, dat hij op 28 oktober 2020 een uitbarsting heeft gehad tijdens de kennismaking met de jeugdbeschermer, dat hij op 3 november 2020 naar zijn kamer is gestuurd door medewerkers omdat zij vermoedden dat hij onder invloed was en vervolgens op 4 november 2020 een gewelddadig incident met bedreiging van personeelsleden en vernieling van goederen heeft plaatsgevonden waar de politie bij aan te pas moest komen om hem te separeren.