ECLI:NL:GHARL:2020:9790
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in hoger beroep wegens gebrek aan geldige volmacht
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis waarbij de verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden. De verdediging betoogde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in het hoger beroep, omdat de e-mail waarin het hoger beroep werd aangekondigd niet voldeed aan de eisen van een bijzondere schriftelijke volmacht. Het hof oordeelde dat de e-mail van 2 juni 2020, die niet was voorzien van een elektronische handtekening, niet kon worden aangemerkt als een geldige volmacht. De officier van justitie had pas op 23 juni 2020 een ondertekende volmacht gestuurd, maar deze was te laat om het gebrek te herstellen. Het hof benadrukte het belang van een handtekening voor de authenticiteit van processtukken en concludeerde dat de officier van justitie niet tijdig op geldige wijze hoger beroep had ingesteld. Hierdoor werd de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, wat ook betekende dat er geen voorlopige hechtenis meer was. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren.