Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
elet op de hoogte van de teruggave” en de controle zelf heeft dus met de facturen van Madijlo Beheer niets te maken. De Belastingdienst schreef vervolgens op 21 februari 2017 aan (een advocaat van) De Grossier Beheer:
Samenvattend moet ik dus (blijven) concluderen dat de facturen inzake de huur niet aan de vereisten voldoen met als gevolg dat de geclaimde BTW niet kan worden verleend.
conform het bij aanvang opgesteld proces verbaal van oplevering”. De Grossier Beheer betwist dat zij daarin tekortgeschoten is. Het hof kan haar hierin niet volgen. Zij voert niet aan dat er daadwerkelijk een proces-verbaal van oplevering is opgemaakt bij aanvang van de huur. Daarom geldt de regeling van artikel 22.2 van de Algemene bepalingen bij de huurovereenkomst “
Mocht er bij aanvang van de huur geen proces-verbaal van oplevering zijn opgemaakt, dan wordt het gehuurde geacht, behoudens tegenbewijs door Huurder bij aanvang van de huurovereenkomst te zijn opgeleverd in goed onderhouden staat, zonder gebreken en vrij van schade en dient Huurder het gehuurde, behoudens normale slijtage en veroudering, in die staat aan het einde van de huurovereenkomst aan Verhuurder op te leveren.” Madijlo Beheer beroept zich op een proces-verbaal van bevindingen waarin staat dat de deurwaarder constateerde dat er een paneel van het systeemplafond ontbrak en dat er “
losse doorgeknipte en/of niet-afgedopte electriciteitsdraden vanaf het plafond, alsook onderbroken buizen van luchtafzuiging/-circulatie/-filter” waren. De Grossier Beheer betwist dat niet, zodat het hof als onvoldoende betwist aanneemt dat De Grossier Beheer het pand bij het einde van de huur niet heeft opgeleverd “
in goed onderhouden staat, zonder gebreken en vrij van schade”.Voor die tekortkoming en de daaruit voor Madijlo voortvloeiende schade is De Grossier Beheer aansprakelijk. Uit het hiervoor genoemde proces-verbaal van bevindingen volgt dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. Grief II faalt daarom.