Uitspraak
2.De feiten
4.De motivering van de beslissing
28 november 2019, voor zover hierna niet anders wordt overwogen of beslist.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep betreffende het ouderlijk gezag en de omgangsregeling van de minderjarige [de minderjarige], geboren in 2008, na de echtscheiding van de ouders in 2017. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 17 september 2019, waarin de moeder alleen belast werd met het gezag over [de minderjarige]. De vader verzoekt het hof om de beschikking te vernietigen en de verzoeken van de moeder tot wijziging van het gezag en de omgangsregeling af te wijzen.
Het hof heeft eerder, in een tussenbeschikking van 28 november 2019, de raad voor de kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van het ouderlijk gezag en de zorgregeling. De raad heeft op 17 maart 2020 gerapporteerd en geadviseerd om het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag af te wijzen, gezien de onveilige situatie en de communicatieproblemen tussen de ouders. De raad adviseert ook om de huidige omgangsregeling te handhaven, waarbij de vader één keer per drie weken contact heeft met [de minderjarige] onder begeleiding.
Het hof heeft besloten de behandeling van de zaak aan te houden voor zes maanden om meer inzicht te krijgen in de (on)mogelijkheden van het gezag en de omgangsregeling. Het centrum voor jeugd en gezin (CJG) wordt verzocht om samen met de raad en andere betrokken instanties te onderzoeken hoe de omgang kan worden uitgebreid en hoe de communicatie tussen de ouders kan worden verbeterd. Het hof verlangt een aanvullend rapport van de raad uiterlijk op 3 mei 2021, waarna partijen de gelegenheid krijgen om te reageren. De beslissing over het gezag en de omgangsregeling wordt aangehouden.