5.4Het hof is, net als de raad, van oordeel dat de gronden voor een ondertoezichtstelling van [de minderjarige] aanwezig zijn. Zoals hiervoor al overwogen, bestaan er vanwege het ontbreken van contact met haar vader concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [de minderjarige] . Ook ter zitting heeft het hof kunnen constateren dat moeder geenszins voornemens is om de vader een rol in het leven van [de minderjarige] te laten spelen. De moeder belast [de minderjarige] al jaren hardnekkig met haar eigen negatieve gevoelens. Er zijn talloze voorbeelden de revue gepasseerd (verscheuren van kaartjes, weggooien van cadeaus), waardoor bij [de minderjarige] onvermijdelijk een negatief beeld van de vader is ontstaan. Ook het netwerk rond de moeder speelt hierin een zorgelijke rol. Het ontbreekt de moeder aan inzicht in de gevolgen die het uitblijven van contact met haar vader voor de identiteitsontwikkeling van [de minderjarige] heeft. Vanwege de loyaliteit die [de minderjarige] naar moeder toe heeft is het voor haar ook vrijwel onmogelijk om aan haar moeder aan te geven dat ze wel contact zou willen met haar vader.
Daarnaast acht het hof een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van [de minderjarige] dat zij op twaalfjarige leeftijd al erg zelfbepalend is en dat de moeder dit gedrag lijkt te stimuleren, althans niet voldoende in staat lijkt [de minderjarige] daarin te sturen. Ter zitting heeft de moeder desgevraagd gesteld dat zij bang is voor een bedreiging in [de minderjarige] ontwikkeling als [de minderjarige] verplicht wordt omgang te hebben met haar vader. De reden van haar angst is volgens de moeder dat [de minderjarige] haar eigen sterke wil heeft en dat zij zich hevig zou kunnen gaan verzetten tegen de omgang. Het gevaar bestaat volgens moeder dat [de minderjarige] gedrag daardoor gaat veranderen, dat zij zich bijvoorbeeld minder gaat inzetten voor school, dat [de minderjarige] gaat weglopen van huis en dat zij gaat onderduiken. Het hof acht dit een buitengewoon zorgelijke situatie.
Net als de raad is het hof van oordeel dat professionele en deskundige hulp in een gedwongen kader noodzakelijk is. Andere, minder ingrijpende (vrijwillige) maatregelen dan de maatregel van ondertoezichtstelling ter afwending van de bedreiging in de ontwikkeling van [de minderjarige] hebben in het verleden gefaald. Het hof ziet in dit stadium van de procedure ook geen heil meer in het door de vader verzochte ouderschapsonderzoek c.q. forensische mediation, omdat dat gezien de houding van de moeder niet tot een oplossing zal leiden.
Derhalve ziet het hof een taak weggelegd voor de gecertificeerde instelling (hierna: de GI) om ervoor te zorgen dat er uitvoering wordt gegeven aan een - door het hof te bepalen - zorgregeling, zodat toegewerkt kan worden naar een onbelast contact tussen [de minderjarige] en haar vader.
Het hof sluit zich - behalve voor zover de doelen zien op de door de raad geadviseerde forensische mediation - aan bij de beschrijving in het raadsrapport van 20 juli 2018 van de doelen waaraan gewerkt dient te worden tijdens de ondertoezichtstelling, te weten:
- de gezinsvoogd behartigt de continuïteit in het leven van [de minderjarige] ;
- [de minderjarige] kan zelf een eigen, objectief beeld vormen van de vader;
- de gezinsvoogd voert zelf gesprekken met [de minderjarige] (of zet hier passende hulp voor in) om rekening te houden met het tempo van [de minderjarige] en zodat [de minderjarige] haar verhaal kwijt kan;
- de gezinsvoogd houdt zicht op de ontwikkeling van [de minderjarige] wanneer er begeleide omgang tussen de vader en [de minderjarige] wordt opgestart;
- de gezinsvoogd creëert een zo veilig mogelijke situatie voor [de minderjarige] om op een neutrale en onbelaste wijze contact te hebben met haar vader, door het gezin bij dit traject aan de hand te nemen, de contactmomenten tussen [de minderjarige] en de vader met de betrokkenen voor te bespreken en door [de minderjarige] , de moeder en de vader op te vangen na deze eerste contactmomenten.
Daarnaast heeft de ondertoezichtstelling als doel dat de gezinsvoogd de moeder handvatten geeft om het zelfbepalende gedrag van [de minderjarige] te voorkomen en bij te sturen.
Het hof zal derhalve [de minderjarige] onder toezicht stellen voor de duur van één jaar.