Uitspraak
[veroordeelde] ,
- het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 22 januari 2019, waarbij de ISD-maatregel aan de veroordeelde werd opgelegd;
- de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 26 september 2019, inhoudende dat namens de veroordeelde bij brief van 16 augustus 2016 werd verzocht om een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de ISD-maatregel, waarop werd beslist tot voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD- maatregel;
- de brief van 10 februari 2020 waarbij namens de veroordeelde is verzocht om een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de ISD-maatregel;
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de veroordeelde van 27 maart 2020;
- de namens de veroordeelde ingediende appelschriftuur van 22 april 2020.
De ontvankelijkheid van het verzoek tot tussentijdse toetsing
Beslissing
[veroordeelde] .
[veroordeelde]niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot tussentijdse beoordeling van de maatregel van 10 februari 2020.