Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant2],
[appellant3],
[appellante4],
Veehandel Kuenen B.V. tevens h.o.d.n. Kuenen veehandel B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de schriftelijke pleidooien.
2.De beoordeling van het hoger beroep
Samenvatting en beslissing
“Een voorbijkomende (acute) BVD-infectie, welke niet terug te leiden is op de aanvoer van één of enkele dragerdieren, is niet te antedateren en hiermee niet koopvernietigend. Indien er dieren worden verkocht, welke negatief zijn getest op dragerschap, heeft de verkoper aan zijn onderzoeks- en informatieplicht voldaan, en kan hem in beginsel niets verweten worden omtrent het verspreiden van BVD.”Tegenover deze concrete betwistingen, zijn de suggestieve stellingen van [appellant1] , zonder steekhoudende onderbouwing, dat het transport van de koeien de oorzaak van de besmetting zou zijn geweest, onvoldoende.
€ 2.148 aan salaris advocaat (2 punten x tarief II).
3.De beslissing
1 augustus 2017;