Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling in hoger beroep
Parl. Gesch. nieuw bewijsrecht, p. 344) overweegt de Hoge Raad in het
Halcion II-arrest (HR 20 september 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2141), dat het cassatiemiddel van de onjuiste opvatting uitgaat, dat de deskundigen in beginsel gehouden zijn tot het honoreren van elk in enige fase van het onderzoek door een der partijen gedaan verzoek om in de gelegenheid te worden gesteld van de voorlopige bevindingen van de deskundigen kennis te nemen en daarop commentaar te leveren. In die zaak werd voldoende geacht dat partijen commentaar hebben kunnen leveren op het concept van het rapport, terwijl met dit commentaar ook rekening is gehouden bij de vaststelling van het rapport. Naar het oordeel van het hof staat ook in deze zaak het feit dat de deskundige niet een nadere mondelinge toelichting heeft toegestaan, niet aan het gebruik van het rapport in de weg. Nu het rapport van de deskundige op een deugdelijke wijze tot stand is gekomen en op een deugdelijke wijze is gemotiveerd, is in de wijze van totstandkoming van het deskundigenbericht geen beletsel voor het gebruik van het rapport gelegen.
ABT stelt in haar rapportage dat die gegevens nog niet relevant waren voor het kritieke tijdpad omdat er als gevolg van vertraging bij de aannemer (niet tijdig kunnen aanbrengen van de prefab vloerelementen) het kritieke pad reeds verschoven is. Deze laatste constatering is correct, er is sprake van concurrent delay in deze periode, maar het niet tijdig aanleveren van de definitieve gegevens is duidelijk maatgevend gebleken.”
Met kleuren zijn de relaties die in de contractplanning zijn terug te vinden aangegeven. Indien activiteit 18 ‘opgave van de definitieve voorzieningen laboratoriums’ derhalve vertraagt, schuift de startdatum van de primaire installaties op in bouwdeel B-A en daarmee ook de einddatum. Hierdoor schuift de startdatum en einddatum van de secundaire installatie in bouwdeel B-A op en uiteindelijk kan dus later gestart worden met in bedrijfstellen, testen en validatie van de installaties. Dit is de laatste activiteit voor de oplevering en daarmee schuift de opleveringdatum ook op.” Naar het oordeel van het hof heeft de deskundige hiermee voldoende gemotiveerd waarom de definitieve gegevens voor de laboratoria reeds bij de start van de uitvoering van activiteit 246 beschikbaar moesten zijn, zoals dat ook is aangegeven in het AT. Daarmee neemt het hof het oordeel van de deskundige in zoverre over dat in ieder geval op het moment dat BAM aan de uitvoering van activiteit 246 kon beginnen (27 augustus 2008) de definitieve gegevens voor de laboratoria beschikbaar moesten zijn. Of die gegevens eerder aangeleverd moesten worden is – zo blijkt uit het voorgaande – onderwerp van de nadere vraag aan de deskundige.