Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000647-20
Uitspraak d.d.: 22 september 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
Arnhem- Leeuwarden , zittingsplaats Leeuwarden ,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 23 januari 2020 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 18‑730172‑19 en 18-730219-19, tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
ingeschreven te [adres] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 8 september 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 18‑730172‑19 onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 18-730219-19 onder 1 tenlastegelegde en tot oplegging aan verdachte van een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] zal worden toegewezen tot een bedrag van € 19.450,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en dat de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] hoofdelijk zullen worden toegewezen tot elk een bedrag van € 500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsvrouw, mr. R.S.E. Bruinen, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep met betrekking tot het in de zaak met parketnummer 18-730219-19 onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het in de zaak met parketnummer 18-730219-19 onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde, kan de verdachte daarin niet worden ontvangen. Het hof zal de verdachte in zoverre niet‑ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft verdachte bij voornoemd vonnis - voor zover thans nog aan de orde - ter zake van het in de zaak met parketnummer 18‑730172‑19 onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 18-730219-19 onder 1 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de rechtbank de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] toegewezen tot een bedrag van € 19.450,-, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] hoofdelijk toegewezen tot elk een bedrag van € 500,-, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Verder heeft de rechtbank de inbeslaggenomen schroevendraaier verbeurd verklaard.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en voor zover thans nog aan de orde - tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 18-730172-19:
1. primair
hij op of omstreeks 24 augustus 2019 te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een sieradenkistje en/of sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde partij 2] , heeft weggenomen in/uit een woning ( [adres] , aldaar) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
1. subsidiair
hij op of omstreeks 24 augustus 2019 te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om geld en/of goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde partij 2] , weg te nemen in/uit de woning (perceel [adres] , aldaar) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, zich - in vereniging met zijn mededader - via een raam de toegang tot die woning heeft verschaft en/of (vervolgens) in die woning sieraden van die [benadeelde partij 2] bij zich heeft genomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. primair
hij in of omstreeks het tijdvak gevormd door 30 en 31 januari 2019 te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , (onder meer) zeven horloges (merken Rolex Seadweller Red, Oris, Tag Heuer, Maurice Lacroix en/of Officina A) en/of drie Buddha to Buddha armbanden en/of vijf zilveren armbanden en/of een zilveren bedelarmband met twee kinderkopjes en/of een armband van bloedkoraal en/of twee Buddha to Buddha ringen en/of een witgouden ring met diamant en/of twee gouden ringen en/of een ring rvs-kleur met steentje en inscriptie en/of een gouden ring met steentje en/of sieradendoosjes met melktandjes en/of een kussensloop en/of een klein damestasje, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander of anderen toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer 1] en [benadeelde partij 1] , heeft weggenomen in/uit een woning (perceel [adres] , aldaar) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2019 tot en met 2 februari 2019 te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , en/of te [gemeente] , (althans) in de gemeente [gemeente] , in elk geval in Nederland, een goed, te weten een Tag Heuer horloge, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Zaak met parketnummer 18-730219-19:
1. primair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 5 maart 2019 te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , in elk geval in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door haar een WhatsApp bericht te sturen inhoudende - onder meer - (kort weergegeven) "Ik maak je af morgen" en/of "Fuck je hoeren vader, ik maak hem en jou af" en/of "Ik maak je af" en/of door de vader van die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen - zakelijk weergegeven -: "Binnenkort kun je je dochter wel begraven", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 18‑730172-19 onder 1 primair tenlastegelegde medeplegen
Het hof is - in lijn met het betoog van de advocaat-generaal en de raadsvrouw van verdachte - van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte de in de zaak met parketnummer 18‑730172-19 onder 1 primair tenlastegelegde diefstal door middel van inklimming tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft gepleegd. De bijdrage van medeverdachte [medeverdachte] is naar het oordeel van het hof van onvoldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen. Het hof zal verdachte om die reden van dat deel van de tenlastelegging vrijspreken.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-730172-19 onder 1 primair en 2 primair en in de zaak met parketnummer 18-730219-19 onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 18-730172-19:
1.primair
hij op 24 augustus 2019 te [plaats] een sieradenkistje en sieraden, die aan een ander dan aan verdachte toebehoorden, te weten aan [benadeelde partij 2] , heeft weggenomen in/uit een woning aan de [adres] met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
2.primair
hij in het tijdvak gevormd door 30 en 31 januari 2019 te [plaats] , (onder meer) zeven horloges (merken Rolex Seadweller Red, Oris, Tag Heuer, Maurice Lacroix en Officina A) en drie armbanden en vijf zilveren armbanden en een zilveren bedelarmband met twee kinderkopjes en een armband van bloedkoraal en twee Buddha to Buddha ringen en een witgouden ring met diamant en twee gouden ringen en een ring rvs-kleur met steentje en inscriptie en een gouden ring met steentje en sieradendoosjes met melktandjes en een kussensloop en een klein damestasje, die aan anderen toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 1] en [benadeelde partij 1] , heeft weggenomen uit een woning, perceel [adres] , met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Zaak met parketnummer 18-730219-19 (gevoegd):
1.
hij in de periode van 1 januari 2019 tot en met 5 maart 2019 te [plaats] , in elk geval in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door haar een WhatsApp bericht te sturen inhoudende - onder meer - kort weergegeven "Ik maak je af morgen" en "Fuck je hoeren vader, ik maak hem en jou af" en "Ik maak je af" en door de vader van die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen - zakelijk weergegeven -: "Binnenkort kun je je dochter wel begraven".
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 18-730172-19 onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
Het in de zaak met parketnummer 18-730172-19 onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het in de zaak met parketnummer 18-730219-19 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee woninginbraken. Verdachte heeft tussen 30 en 31 januari 2019 ingebroken in een woning in [plaats] , waar hij meerdere zeer kostbare horloges en sieraden heeft buitgemaakt. Op 24 augustus 2019 is hij door middel van inklimming een woning in [plaats] binnengegaan en heeft daar een sieradenkistje en sieraden weggenomen. De op leeftijd zijnde bewoners, [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] , waren op dat moment thuis. De politie trof, na te zijn gealarmeerd door oplettende buurtbewoners, verdachte aan in het toilet van de woning. Uit de toelichting bij de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] blijkt dat zij erg angstig is geworden door de woninginbraak. Door zijn handelen heeft verdachte niet alleen blijk gegeven van een gebrek aan respect voor andermans eigendommen, maar heeft hij in het geheel geen rekening gehouden met de negatieve gevolgen van zijn handelen voor een ander. Hij heeft blijkbaar alleen gedacht aan zijn eigen gewin.
Uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 11 augustus 2020 blijkt dat verdachte eerder, meerdere malen, onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Het hof houdt hiermee in strafverzwarende zin rekening.
Verdachte heeft zich daarnaast ook schuldig gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht door zijn ex-vriendin via WhatsApp en via haar vader met de dood te bedreigen. Verdachte heeft daarmee aangeefster angst berokkend en inbreuk gemaakt op haar psychische integriteit.
Gelet op de ernst van de feiten, de aanwezigheid van kwetsbare slachtoffers in de woning ten tijde van de woninginbraak in [plaats] , de zeer waardevolle buit bij de woninginbraak in [plaats] en de recidive, acht het hof de oplegging van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf, te weten voor de duur van 18 maanden, passend en geboden. Deze straf is conform de eis van de advocaat-generaal. Hetgeen door de raadsvrouw van verdachte omtrent de strafmaat is aangevoerd, brengt het hof niet tot een ander oordeel ten aanzien van de hoogte van de gevangenisstraf.