Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
hierna: [appellante] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
[D] aanwezig.
3. De motivering van de beslissing in hoger beroep
Op 15 augustus 2019 heeft [appellante] haar inburgeringsdiploma behaald. Ter zitting in hoger beroep heeft zij verklaard dat zij vanaf september 2020 via de gemeente extra lessen in de Nederlandse taal kan krijgen en deze wil gaan volgen.
Op grond van de stukken en de ter zitting daarop gegeven toelichting van de zijde van [appellante] en de bewindvoerder is duidelijk geworden dat [appellante] vanaf de toelating tot mei 2018 niet (voldoende) heeft gesolliciteerd. Weliswaar zijn met hulp van buitenaf vanaf mei 2018 de sollicitatieactiviteiten op gang gekomen, maar de bewindvoerder heeft aangegeven dat [appellante] ook daarna - van september 2018 tot november 2018, in augustus 2019 en mogelijk ook vanaf 1 juni 2020 - niet volgens de geldende regels heeft gesolliciteerd.
Het zijn dan ook geen feiten of omstandigheden die aanleiding geven om de tekortkoming van [appellante] niet aan haar toe te rekenen of buiten beschouwing te laten.