Uitspraak
1.de maatschap [verweerder1] ,
2. [verweerder2] ,
3. [verweerster3] ,
1.Het verloop van deze procedure
2.Hoe beslist het hof?
3.De feiten
[verweerster3] : Noem eens een voorbeeld.
4.De vorderingen in hoger beroep en de beoordeling daarvan
voor de trein gooien" zijn gebruikt, dan wel woorden van die strekking. [verweerster3] zelf gebruikt die woorden immers op 11 maart 2016, getuige de navolgende passage uit dat gesprek:
hè waar behandeling, oh vlakbij de trein, nou dan kun je ook voor de trein eeeh gooien of zoiets, zo, maar dat wa ... dat was galgenhumor en jij kent mij natuurlijk ook en ik ken hè."
Daarbij wordt opgemerkt dat [verzoekster] ook geen grief heeft gericht tegen de (impliciete) verwerping door de kantonrechter van langdurige arbeidsongeschiktheid als grond voor de ontbinding.
tegen finale kwijtingmee te werken aan beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden onder betaling van de transitievergoeding, dat [verweerder1] c.s. daardoor hebben gehandeld in strijd met hun verplichting als goed werkgever te handelen en dat zij om die reden nu een schadevergoeding verschuldigd zijn ter hoogte van de transitievergoeding. Ter ondersteuning van haar standpunt heeft zij verwezen naar een uitspraak van rechtbank Rotterdam van 24 december 2019 (ECLI:NL:RBROT: 2019:10266). Daarin werd geoordeeld dat het koppelen van de voorwaarde van finale kwijting aan de beëindiging met wederzijds goedvinden en betaling van de transitie-vergoeding in strijd was met goed werkgeverschap.