Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[kind1] ,
[kind2] ,wonende te [A] ,
[kind3] ,
1.Waar gaat het over?
‘bij deze akte in het leven geroepen rechtsverhouding’eindigt bij overlijden van een deelgenoot. Zij hebben ook afgesproken dat het aandeel van de overleden deelgenoot zal verblijven aan de andere deelgenoot tegen vergoeding van de overwaarde aan de erfgenamen van de overleden deelgenoot. Die vergoeding is pas opeisbaar bij het overlijden van de andere (overblijvende) deelgenoot. Om dit verblijvingsbeding te effectueren hebben zij elkaar een onherroepelijke volmacht gegeven. Ten slotte hebben zij bepaald:
2.De rechtszaak bij het hof
3.Wat beslist het hof
voor alle werenop het bestaan van deze overeenkomst beroept. [verzoeker] heeft in de procedure bij de rechtbank verweer gevoerd en had zich toen al moeten beroepen op de onbevoegdheid van de rechtbank. Dat heeft hij niet gedaan. Hij kan dat niet nu nog in hoger beroep doen. Dat is te laat. Het hof zal de vorderingen in het incident van [verzoeker] afwijzen en verder beslissen als volgt.