ECLI:NL:GHARL:2020:7011

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 september 2020
Publicatiedatum
8 september 2020
Zaaknummer
200.280.488
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over gesloten uithuisplaatsing van een minderjarige met opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak gaat het om [verzoeker], geboren in 2005, die sinds 17 januari 2006 onder toezicht is gesteld en sinds 15 februari 2017 uit huis is geplaatst. Hij heeft in verschillende instellingen verbleven en woont momenteel bij [C] in [A]. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Overijssel, heeft de kinderrechter verzocht om een machtiging voor gesloten uithuisplaatsing, welke is verleend tot 11 december 2020. [verzoeker] is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep aangetekend, waarbij hij vraagt om afwijzing van het verzoek van Jeugdhulp voor gesloten plaatsing.

De zitting vond plaats op 18 augustus 2020, waarbij [verzoeker] en zijn advocaat aanwezig waren. De ouders en andere betrokkenen zijn niet verschenen. Het hof overweegt dat de wet toestaat dat een kind in een gesloten accommodatie verblijft als er ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen zijn. Het hof concludeert dat de kinderrechter de machtiging terecht heeft verleend en bekrachtigt de beschikking. Het hof heeft ook rekening gehouden met de verbeteringen in de situatie van [verzoeker], maar oordeelt dat het nog te vroeg is om te besluiten dat gesloten jeugdhulp niet meer nodig is.

De beslissing van het hof is om de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 11 juni 2020 te bekrachtigen. Deze uitspraak is gedaan door de rechters J.H. Lieber, J.B. de Groot en A.L.H. Ernes, met mr. M. Vodegel als griffier, en is op 8 september 2020 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.280.488
(zaaknummer rechtbank Overijsel 248141)
beschikking van 8 september 2020
inzake
[verzoeker],
verblijvende te [A] ,
verder te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. D. Greven te Borne,
en
de gecertificeerde instelling
Stichting Jeugdbescherming Overijssel,
gevestigd te Hengelo,
verder te noemen: Jeugdbescherming.
Verder hebben ook de ouders van [verzoeker] belang bij deze zaak. Zij zijn::
[de moeder],
wonende op een geheim adres,
verder te noemen: de moeder,
en
[de vader],
wonende te [B] ,
verder te noemen: de vader.

1.Waar gaat het over

1.1
Deze zaak gaat over [verzoeker] , geboren [in] 2005 te [B] (O). [verzoeker] is het kind van de moeder en de vader. Zij hebben samen het gezag over [verzoeker] .
1.2
[verzoeker] is sinds 17 januari 2006 onder toezicht gesteld en sinds 15 februari 2017 is hij uit huis geplaatst. [verzoeker] heeft in veel verschillende instellingen en gezinshuizen verbleven, zowel gesloten als open. Hij woont nu bij [C] in [A] .
1.3
Jeugdbescherming heeft aan de kinderrechter gevraagd om een machtiging te geven om [verzoeker] in een gesloten accommodatie te laten verblijven (gesloten uithuisplaatsing). De kinderrechter heeft deze machtiging gegeven en beslist dat die machtiging geldt tot 11 december 2020.

2.De rechtszaak bij het hof

2.1
[verzoeker] is het niet eens met de beslissing van de kinderrechter. Hij is daartegen in hoger beroep gegaan. Hij wil dat het hof beslist dat hij niet in een gesloten accommodatie hoeft te verblijven en het verzoek van Jeugdhulp afwijst.
Jeugdhulp vindt dat het wel nodig is dat [verzoeker] in een gesloten accommodatie verblijft.
2.2
In het dossier van het hof zitten de volgende stukken:
  • de stukken van de rechtszaak bij de kinderrechter, waaronder de instemmingsverklaring van een gedragsdeskundige, en
  • het beroepschrift van [verzoeker] , bij het hof ontvangen op 9 juli 2020.
2.3
De zitting heeft op 18 augustus 2020 plaatsgevonden. [verzoeker] was daarbij met zijn advocaat. De ouders, Jeugdbescherming en de raad voor de kinderbescherming hebben ook een uitnodiging gekregen om bij de zitting te zijn, maar zij zijn niet gekomen.

3.Wat beslist het hof

Wat staat er in de wet?
3.1
De rechter kan Jeugdhulp een machtiging geven om een kind in een gesloten accommodatie te laten verblijven. De rechter kan dat doen als een kind ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen heeft en daardoor jeugdhulp nodig heeft. Een verblijf in zo’n gesloten accommodatie kan alleen als een kind anders geen jeugdhulp krijgt.
3.2
In de wet staat dat de rechter deze beslissing kan nemen. Dat staat in artikel 6.1.2 lid 1 van de Jeugdwet en in artikel 6.1.2 lid 2 van de Jeugdwet. In artikel 6.1.2 lid 3 van de Jeugdwet staat dat gesloten jeugdhulp kan als het kind onder toezicht is gesteld. [verzoeker] is onder toezicht gesteld.
Wat vindt het hof?
3.3
Het hof vindt net als de kinderrechter dat de machtiging aan Jeugdbescherming moet worden gegeven en dat die geldig moet zijn tot 11 december 2020. Het hof vindt dat de kinderrechter dit ook goed heeft uitgelegd. Het hof zal daarom de beslissing van de kinderrechter helemaal hetzelfde laten. In zo’n geval is de beslissing: “bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter”. Het hof heeft hierbij ook nagedacht over de dingen die [verzoeker] op de zitting heeft verteld.
3.4
[verzoeker] heeft verteld dat hij in de eerste twee weken dat hij bij [C] verbleef is weggelopen omdat hij daar niet wilde zijn. Hij is toen naar zijn moeder gegaan. Zijn moeder heeft de gezinsvoogd gebeld en na een week is [verzoeker] weer terug gegaan naar [C] . Daarna is hij niet meer weggelopen. Het gaat sindsdien goed met hem. Hij is binnen [C] van kant A naar kant B gegaan. [verzoeker] heeft uitgelegd dat je start op kant A en je naar kant B toe mag als je je goed gedraagt. [verzoeker] heeft verteld dat de gezinsvoogd wil dat [verzoeker] op een gegeven moment naar een open groep gaat en dat hij met begeleid wonen op zichzelf gaat wonen.
3.5
Het is goed dat het beter gaat met [verzoeker] en dat hij niet meer is weggelopen bij [C] en nu op kant B verblijft. Het is ook goed dat de gezinsvoogd wil dat [verzoeker] op een gegeven moment naar een open groep gaat en daarna met begeleid wonen op zichzelf gaat wonen. Voor nu vindt het hof het alleen nog te vroeg om te beslissen dat er geen gesloten jeugdhulp meer nodig is. Dat komt doordat het wel beter gaat met [verzoeker] , maar dat dit nog maar heel kort zo is.

5.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 11 juni 2020.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.H. Lieber, J.B. de Groot en A.L.H. Ernes, bijgestaan door mr. M. Vodegel als griffier, is bij afwezigheid van de leden van de samenstelling getekend door mr. A. Smeeing-van Hees, en is op 8 september 2020 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.