Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De samenvatting van de zaak
3.De achtergrond van het geschil
Voor de derde keer vraag ik u om onze afspraak te doen opvolgen 10.000,00 Euro voor de contract die we hadden gemaakt en vervolgens het extra werk zal achteraf. Gefaktuureert worden.Daar ik nog steeds niets van u ontvangen heeft hierover kan ik geen balans maken over u werkzaamheden. …”
4.De motivering van de beslissing
Hetzelfde geldt voor het in rekening brengen van een half uur op 15 februari 2015 met als omschrijving ‘opdracht’.
Van Lambalgen heeft 1 uur in rekening gebracht met als datum 26 februari 2014 en als omschrijving ‘Gemeente’. Het hof begrijpt dat op de zitting bij de kantonrechter is gezegd dat dit betrekking heeft op een dreiging van handhavend optreden door de gemeente. In hoger beroep komt dit opnieuw naar voren in de stukken van Van Lambalgen. [de opdrachtgever] betwist dat de gemeente dreigde met handhavend optreden en hij betwist Van Lambalgen opdracht te hebben gegeven in dit verband werkzaamheden te verrichten. Hiermee gaat Van Lambalgen ervan uit dat het in de offerte bedoelde werk niet tevens inhield dat Van Lambalgen contact zou onderhouden met de gemeente wanneer de gemeente de uitvoering van het werk zou verbieden. [de opdrachtgever] heeft dit niet tegengesproken. Waar het dreigend optreden van de gemeente exact op ziet is het hof echter niet duidelijk geworden. Meer in het bijzonder heeft Van Lambalgen geen enkele toelichting gegeven op welke onderdelen van het werk er handhavend optreden van de gemeente dreigde.
Voor het uur dat in rekening is gebracht voor ‘overleg’ op 18 maart 2014 heeft het hof in de stellingen van Van Lambalgen geen enkele uitleg kunnen vinden.
Voor de hiervoor genoemde 6,5 uren heeft Van Lambalgen niet aan haar stelplicht voldaan. Daarom komt het hof niet toe aan nadere bewijslevering door Van Lambalgen. Dat betekent dat van het in rekening gebrachte bedrag een gedeelte, groot € 298,87 incl. btw niet toewijsbaar is.
Onder meer zijn in totaal 5,3 uren in rekening gebracht voor op 20 en 21 mei 2014 gemaakte uren zonder enige omschrijving van de werkzaamheden waarop die betrekking hebben. Gelet op het verweer van [de opdrachtgever] , had Van Lambalgen in haar processtukken moeten toelichten waarop deze uren betrekking hebben. Dat heeft zij niet gedaan en daarom heeft zij onvoldoende gesteld op grond waarvan het hof kan oordelen dat [de opdrachtgever] voor deze meerwerk-uren moet betalen. Ook op dit onderdeel komt het hof niet toe aan nadere bewijslevering, nog daargelaten dat het bewijsaanbod van Van Lambalgen hier geen betrekking op heeft. Dit betekent dat een bedrag van € 243,69 incl. btw niet toewijsbaar is.
Het hof begrijpt uit de specificatie dat deze derde post van de specificatie als geheel betrekking heeft op het verwijderen van (een deel van) een te hoog opgemetselde muur, het aanbrengen van een fundering en het gereed maken van de grond daarvoor. Dit laatste omvat het verwijderen van bestaande beplanting en het afvoeren daarvan. Van Lambalgen heeft bij de dagvaarding in eerste aanleg een foto gevoegd, waarop een conifeer-achtige heester te zien is. Met betrekking tot het aantal in rekening gebrachte uren (in totaal: 39,3 uren) heeft Van Lambalgen gesteld dat het voor het aanbrengen van de fundering noodzakelijk was ook de stronken en de wortels van de beplanting te verwijderen. Het hof begrijpt [de opdrachtgever] zo, dat hij erkent, althans onvoldoende betwist dat er door Van Lambalgen één struik is verwijderd. Hij ontkent dat hij opdracht heeft gegeven meer te verwijderen en hij ontkent dat Van Lambalgen in zijn opdracht overleg diende te voeren met de buren. Zelfs als het hof ervan uitgaat dat er onenigheid met de buurman is ontstaan, heeft Van Lambalgen niet voldoende uitgelegd waarom zij daarin een rol had. Meer in het bijzonder heeft Van Lambalgen niet uitgelegd waarom zij namens [de opdrachtgever] met die buurman heeft gesproken en daarvoor uren in rekening mocht brengen. De 1,5 uur die zij hiervoor heeft gerekend kan zij daarom niet in rekening brengen bij [de opdrachtgever] . Waarom Van Lambalgen 5 uren bij [de opdrachtgever] in rekening brengt voor ‘stronk buurman/afval’ is al helemaal niet uitgelegd. Ook dat kan Van Lambalgen zonder die nadere uitleg niet in rekening brengen bij [de opdrachtgever] . Ook heeft Van Lambalgen niet onderbouwd dat zij in opdracht en voor rekening van [de opdrachtgever] meer heeft verwijderd dan de ene (grote) heester die op de foto is te zien. Dat het verwijderen van een grote heester tijd kost is helder. Zeker als daarbij ook wortels moeten worden verwijderd. Maar [de opdrachtgever] betwist ook dat het aantal in rekening gebrachte uren redelijk is. Omdat de specificatie van Van Lambalgen ten onrechte is gebaseerd op het verwijderen van meerdere struiken of bomen, zal het hof het aantal uren dat in redelijkheid met het verwijderen van één heester gemoeid is, schatten op vier, in plaats van zes. Van het meerdere kan Van Lambalgen geen betaling vorderen. Dat Van Lambalgen met het wegbrengen van de heester 2,5 uur bezig is geweest, acht het hof onvoldoende betwist door [de opdrachtgever] en ook niet onredelijk. Dat Van Lambalgen het groenafval gescheiden van het bouwafval heeft moeten afvoeren vindt het hof ook niet onredelijk. Al met al kan Van Lambalgen voor ‘Fundering, tuinwerkzaamheden en diverse werkzaamheden’ 8,5 uren niet bij [de opdrachtgever] in rekening brengen. Dit betekent dat Van Lambalgen € 390,83 incl. btw teveel bij [de opdrachtgever] in rekening heeft gebracht, naast het hiervoor al vermelde bedrag van € 137,94, incl. btw.
Hier zijn 2,5 uren in rekening gebracht op 3 juli 2015 zonder enige omschrijving van de werkzaamheden waarop die betrekking hebben. Gelet op het verweer van [de opdrachtgever] , had Van Lambalgen moeten toelichten waarop deze uren betrekking hebben. Dat heeft zij niet gedaan en daarom heeft zij onvoldoende gesteld op grond waarvan het hof kan oordelen dat [de opdrachtgever] voor deze uren moet betalen. Ook op dit onderdeel komt het hof niet toe aan nadere bewijslevering. Dit betekent dat een bedrag van € 114,95 incl. btw niet toewijsbaar is.
€ 318,00