Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het gezag over een minderjarige, geboren in 2015. De vader, die in hoger beroep ging, verzocht om de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland te vernietigen, waarin de moeder alleen met het ouderlijk gezag was belast. De vader had twee grieven ingediend en verzocht om het verzoek van de moeder om haar met eenhoofdig ouderlijk gezag te belasten af te wijzen. De moeder verzocht op haar beurt om de bestreden beschikking te bekrachtigen.
De procedure in eerste aanleg vond plaats bij de rechtbank Noord-Nederland, waar de ouders gezamenlijk gezag hadden over hun kind. Echter, door een zeer belaste relatie met veel strijd en geweld, en een contactverbod voor de vader tot september 2021, was de situatie ernstig verstoord. De moeder had psychische problemen en er waren grote zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige, die een ontwikkelingsachterstand vertoonde.
Het hof oordeelde dat het gezamenlijk gezag op dit moment niet mogelijk was door het contactverbod en de verstoorde communicatie tussen de ouders. Het hof concludeerde dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat de minderjarige klem of verloren zou raken tussen zijn ouders. Daarom werd de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij de moeder alleen belast bleef met het gezag over de minderjarige.