Uitspraak
: Rousant,
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door Rousant Zoutkamp B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter in Groningen. De kern van het geschil betreft de vraag welk loon een arbeidsongeschikte werknemer, [geïntimeerde], toekomt, nu hierover niets is vastgelegd in de arbeidsovereenkomst of cao. Rousant heeft het loon van [geïntimeerde] na een periode van 100% doorbetaling, met enige vertraging, teruggebracht naar 70% en uiteindelijk opgeschort omdat [geïntimeerde] weigerde aangepast werk te doen. De kantonrechter oordeelde dat Rousant het loon ten onrechte had opgeschort en dat [geïntimeerde] recht had op 100% doorbetaling gedurende de eerste zes maanden van ziekte, met een wettelijke verhoging van 25% en wettelijke rente. Rousant ging in hoger beroep, maar het hof bevestigde grotendeels de uitspraak van de kantonrechter. Het hof oordeelde dat [geïntimeerde] een spoedeisend belang had bij zijn vordering en dat Rousant niet aannemelijk had gemaakt dat de opschorting van het loon gerechtvaardigd was. Het hof stelde vast dat [geïntimeerde] recht had op 100% loon over de eerste zes maanden van ziekte en 70% daarna, met wettelijke verhoging en rente. Rousant werd veroordeeld tot betaling van de achterstallige bedragen en de proceskosten.