Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[erflater],
[appellante1],
[appellante2],
[appellante3],
[D],
1.Het verdere verloop van de procedures in hoger beroep
2.De beoordeling van de grieven in het principaal en incidenteel hoger beroep
hypothetische situatiestellen de erfgenamen dat [erflater] bij een juiste voorstelling van zaken in 2002 extra dienstjaren had ingekocht of andere (pensioen)voorzieningen had getroffen om ervoor te zorgen dat zijn inkomen na pensionering op niveau zou blijven, en stellen de schade op het onder (i) genoemde bedrag. Daarbij wordt aangevoerd dat [erflater] een bedrag van € 100.000,- geïnvesteerd zou hebben om het tekort (van ongeveer € 414.000,-) op te vangen. [erflater] beschikte over meer dan € 200.000,-, omdat hij voor indiensttreding bij Movares zijn onderneming had verkocht.
feitelijke situatiegaat het hof uit van het volgende. [erflater] heeft ten tijde van de waardeoverdracht in 2002 geen verdere voorzieningen getroffen (om zijn inkomen na pensionering aan te vullen). Hij heeft na de correctie van de gemaakte fout vanaf 1 november 2016 een pensioenuitkering van € 3.204,02 per maand ontvangen.