Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De vorderingen in hoger beroep
5.De beoordeling van de grieven en de vorderingen
Grief Ikeert zich tegen de overweging van de kantonrechter dat [appellant] pas op 7 december 2017 voor het eerst een ingebrekestelling heeft verzonden.
Grief IIis gekant tegen de overweging dat de klusjesman door [appellant] is weggestuurd en
grief IIIis gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat het uitblijven van herstelwerkzaamheden voor rekening van risico van [appellant] moet blijven.
(vierde) grief, te weten tegen de overweging van de kantonrechter dat [appellant] onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd dat de door hem gestelde schade door [geïntimeerden] c.s. zou zijn veroorzaakt en niet al bij aanvang van de huurovereenkomst bestond.
(vijfde) grieftegen zijn veroordeling in de proceskosten van de procedures in conventie en in reconventie.
In hoger beroep heeft [appellant] noch in de grieven noch in de toelichting of anderszins aandacht besteed aan de door de kantonrechter afgewezen vordering ad € 200,- voor schoonmaakkosten. Die afwijzing is daarmee ook aan de beoordeling in hoger beroep onttrokken.
- en bij deugdelijke betwisting daarvan te bewijzen - ten aanzien van die staat en dus van het feit dat de gestelde tekortkomingen pas na aanvang van de huurovereenkomst zijn ontstaan. De bewijslast en daarmee het bewijsrisico omtrent de gebreken aan de trapleuning, de kast en het tuinhek ligt daarom bij [appellant] .
vierde grieffaalt en dat de tegenvordering van [appellant] tot betaling van een schadevergoeding van € 2.440,- met wettelijke rente terecht is afgewezen. Bij die stand van zaken kan onbesproken worden gelaten of [appellant] eerder dan door de kantonrechter heeft aangenomen een ingebrekestelling heeft verzonden (grief I) en welke gevolgen aan het wegzenden van de klusjesman (grief II) en het uitblijven van herstelwerkzaamheden (grief III) zouden moeten worden verbonden.
vijfde griefvergeefs is opgeworpen.