2.48Het hof acht gelet op het vorenstaande een onderzoek door een deskundige noodzakelijk. De benoeming van drie deskundigen is gebruikelijk bij onteigening. Het hof zal partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over de vraag of drie deskundigen benoemd dienen te worden of dat in dit geval met de benoeming van één deskundige kan worden volstaan. Het hof zal de deskundige(n) verzoeken onderzoek te verrichten naar het antwoord op bovenstaande vragen (waardevermindering perceel, herinrichtingskosten tuin en extra onderhoudskosten tuin en weg, omrijschade, hekwerk). Het hof heeft het voornemen de deskundige(n) de volgende vragen ter beantwoording voor te leggen:
a. Kunt u aangeven of de waarde van het perceel 7168 (dus voor splitsing) als gevolg van de wijziging van de erfdienstbaarheid per 11 april 2017 is gedaald? Zo ja, kunt u de hoogte van de waardedaling van het perceel als gevolg van de wijziging van de erfdienstbaarheid per 11 april 2017 aangeven? Kunt u ook nagaan/aangeven in hoeverre deze schade mogelijk al is vergoed of wordt vergoed door het toekennen van planschade (omdat bij het toekennen van planschade rekening is of wordt gehouden met een andere ontsluiting)?
b. Kunt u aangeven of en zo ja, tot welk bedrag de wijziging van de erfdienstbaarheid per 11 april 2017 extra onderhoudskosten van de (nieuwe) toegangsweg met zich brengt ten opzichte van de oorspronkelijke situatie voor de wijziging van de erfdienstbaarheid per
11 april 2017? Daarbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat de onderhoudskosten van de weg bij helfte voor rekening van de eigenaar van het dienende erf komen.
c. Kunt u aangeven of, mede in aanmerking genomen het feit dat in de oude situatie geen sprake was van een hek en de erfdienstbaarheid daar niet in voorziet, na de wijziging van de erfdienstbaarheid [appellant] / [de derden] c.s. als redelijk handelend eigenaar die op zakelijke motieven tot zijn beslissing komt aanspraak kunnen maken op de kosten van vergoeding van een hekwerk en, zo ja, welke kosten daarmee zijn gemoeid?
d. Kunt u aangeven in hoeverre de wijziging van de erfdienstbaarheid per 11 april 2017 een (gedeeltelijke) herinrichting van de tuin van perceel 7168 (dus voor splitsing) meebrengt, en zo ja, tot welk bedrag? Kunt u ook aangeven wat dit betekent voor het door de tuinarchitect opgestelde ontwerpplan van 23 mei 2016; welk deel van het door de tuinarchitect opgestelde plan dient als gevolg van wijziging van de erfdienstbaarheid noodzakelijkerwijs te worden uitgevoerd?
e. Indien perceel 7168 (dus voor splitsing) als gevolg van de wijziging van de erfdienstbaarheid heringericht dient te worden, kunt u dan ook aangeven of dit extra onderhoudskosten met zich brengt ten opzichte van de oorspronkelijke situatie voor wijziging van de erfdienstbaarheid per 11 april 2017?
f. Is er als gevolg van de wijziging van de erfdienstbaarheid sprake van omrijschade? En zo ja wat is de hoogte daarvan?
g. Geeft uw onderzoek overigens nog aanleiding tot opmerkingen?
Redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid