Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
[verzoeker] en zijn echtgenote, waardoor [verzoeker] en zijn echtgenote menen schade te hebben geleden. Mr. [de advocaat] is voor het doen van die uitlatingen door het Hof van Discipline berispt. Volgens [verzoeker] is het noodzakelijk de genoemde stukken in te brengen in de procedure die hij voornemens is aan te spannen, omdat hij zonder die bescheiden niet kan aantonen dat mr. [de advocaat] de bewuste uitlatingen heeft gedaan. Om die reden heeft [verzoeker] het hof verzocht het mededelingsverbod (gedeeltelijk) op te heffen.
3.De beslissing
D.M.I. de Waele, is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en is in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.