Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft appellante, Saniet, een terugvorderingsbeslissing ontvangen van de gemeente Almere, waarbij bijna € 12.000,- aan uitkering krachtens de Participatiewet wordt teruggevorderd. De gemeente heeft drie gronden voor deze beslissing aangevoerd: de ontvangst van een schadevergoeding na een verkeersongeval, het tijdelijk inwonen van haar dochter, en een periode van detentie van Saniet. Saniet heeft bezwaar en beroep aangetekend, maar beide zijn ongegrond verklaard. Vervolgens heeft zij hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB), waarvan de procedure nog loopt. In afwachting van deze uitspraak heeft de rechtbank de looptijd van de schuldsaneringsregeling verlengd. Saniet komt nu in hoger beroep tegen deze verlenging en vraagt om toekenning van de schone lei.
Het hof oordeelt dat de zaak in volle omvang aan hen voorligt, maar ziet zich beperkt door het verbod van reformatio in peius, wat betekent dat Saniet niet slechter mag worden van haar hoger beroep. Het hof concludeert dat er geen aanleiding is om de schuldsaneringsregeling te verlengen, aangezien de rechtbank niet verplicht was om te wachten op de uitspraak van de CRvB. Het hof acht het niet aannemelijk dat de CRvB het besluit van de gemeente zal vernietigen. Bovendien heeft Saniet tijdens de schuldsaneringsregeling strafbare feiten gepleegd, wat ook van invloed is op de beslissing over de schone lei. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en laat de afwikkeling van de schuldsaneringsregeling aan de rechtbank over.