Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 20 september 2019;
- vier brieven van mr. Kool aan het hof van respectievelijk 11 oktober 2019, 18 maart 2020, 27 april 2020 en 5 mei 2020 met bijlagen;
- drie brieven van de raad voor de rechtspraak van respectievelijk 13 november 2019, 9 december 2019 en 25 maart 2020;
- een faxbericht van mr. Kool van 11 februari 2020 met een bijlage;
- een brief van de advocaat-generaal in het ressortsparket Arnhem-Leeuwarden van 14 april 2020;
- twee brieven van het hof aan de raad voor de rechtspraak van respectievelijk 16 april 2020 en 30 april 2020;
- een brief van het hof aan de advocaat-generaal in het ressortsparket Arnhem-Leeuwarden van 30 april 2020, en
- twee brieven van het hof aan mr. Kool van 16 april 2020 en 30 april 2020.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
primair€ 150,- per dag
subsidiair€ 105,- per dag voor iedere dag dat hij in spanning heeft gezeten en in onzekerheid heeft verkeerd over zijn juridische status, althans een immateriële schadevergoeding die het hof redelijk en billijk acht, kosten rechtens.