De wetgever heeft met de overgangsregeling willen bereiken dat na invoering van het nieuwe ontslagrecht per 1 juli 2015 eerder gemaakte collectieve afspraken over bijvoorbeeld wachtgeld zouden voorgaan op de transitievergoeding, zolang de werkgever aan die cao is gebonden maar tot maximaal een jaar (met een beperkte uitloopmogelijkheid in artikel 4 van het besluit, maar dat is hier niet aan de orde). In de Nota van Toelichting staat onder 2.1 met zoveel woorden:
“
Zolang de werkgever aan deze cao is gebonden is hij geen transitievergoeding verschuldigd.”
In de Nota van Toelichting staat vervolgens:
“
De transitievergoeding is niet verschuldigd wanneer de werknemer per 1 juli 2015 rechten kan ontlenen aan de hier bedoelde lopende collectieve afspraken.”
[geïntimeerde] heeft in beginsel recht op wachtgeld, alleen komt dat in haar geval (zolang zij een volledige Zw-uitkering heeft en niet een - gedeeltelijke - WW-uitkering) niet tot uitkering, zoals dat ook het geval is bij werknemers die aansluitend ander werk vinden zonder salarisverlies (zie artikel 9.7 lid 2 van de cao VVT). De minister die het besluit genomen heeft, heeft onder ogen gezien dat een individuele werknemer als gevolg van de overgangsregeling slechter af kan zijn dan met de transitievergoeding, maar heeft er bewust voor gekozen geen overbruggingsmaatregel te nemen. Dat is in de Nota van Toelichting onder noot 2 toegelicht:
“
Overwogen is te regelen dat de transitievergoeding wordt verminderd met de (waarde van) de vergoedingen en voorzieningen waar de werknemer recht op heeft op grond van de lopende collectieve afspraken. Hier is echter niet voor gekozen omdat daarvoor de hoogte van de vergoedingen en voorzieningen uit lopende cao’s en
sociale plannen die zijn overeengekomen met verenigingen van werknemers vastgesteld moet kunnen worden. Dat is veelal niet mogelijk. Van bijvoorbeeld een afgesproken wachtgeldregeling is bij het einde van de arbeidsovereenkomst niet duidelijk of deze tot uitkering komt, en als deze tot uitkering komt is niet altijd op voorhand duidelijk voor hoe lang en dus ook niet het uiteindelijke bedrag wat hiermee gemoeid zou zijn.”
Het bestaan van de wachtgeldregeling blokkeert daarom het recht van [geïntimeerde] op de transitievergoeding, niet de vraag of en zo ja hoeveel wachtgeld wordt uitgekeerd. Daaraan doet niet af dat de aanleiding voor het maken van de overgangsregeling is, zoals staat in de Nota van Toelichting:
“
te voorkomen dat de werkgever de werknemer zowel een transitievergoeding moet betalen als vergoedingen of voorzieningen moet bieden op grond van lopende afspraken”.
Er is immers bewust geen regeling getroffen voor het geval de cao-voorziening tot een beperkte uitkering leidt of niet tot uitkering komt.
Dat een wachtgeldregeling niet tot uitkering komt wanneer de ontslagen werknemer geen inkomensverlies lijdt omdat hij meteen ander werk met hetzelfde salaris vindt, ligt misschien meer voor de hand dan de reden waarom in dit geval op grond van de cao geen uitkering volgt. Maar in beide gevallen bestaat de voorziening wel.