Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De achtergrond
30 juni 2017 zou hebben verstrekt aan [C] Makelaardij tot het verlenen van diensten
bij de verkoop van de woning. [appellante] heeft in de memorie van grieven zelf wel een nieuw overzicht gemaakt van de feiten zoals zij deze ziet, met nogal wat aanvullingen. Daarmee komt zij op punten midden in het debat tussen partijen terecht. Het hof zal daarom uitgaan van de feiten die de rechtbank in het vonnis opnam, behalve waar het de opdracht aan
[C] Makelaardij betreft. De aanvullingen daarop van [appellante] zal het hof waar nodig in zijn beoordeling van het hoger beroep betrekken. De feiten waarvan het hof uitgaat komen samengevat op het volgende neer.
(€ 59.175,-) zoals vermeld in artikel 26 lid 2.b. van de AVVE. [geïntimeerde] heeft daaraan niet voldaan en de boete ook al niet betaald. [appellante] heeft op 18 februari 2018 beslag laten leggen op de woning van [geïntimeerde] in [B] . Op 20 augustus 2018 heeft [appellante] de woning aan de [a-straat 1] in [D] aan derden verkocht voor een koopprijs van € 400.000,-; de levering vond plaats op 3 oktober 2018.