ECLI:NL:GHARL:2020:4341
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- L.J. Bosch
- M.C. Fuhler
- E.M.J. Brink
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 mei 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte, geboren in 1983 en thans verblijvende in P.I. Veenhuizen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, dat op 3 oktober 2019 was gewezen in meerdere strafzaken. Tijdens de pro forma behandeling op 23 maart 2020 heeft de verdachte op 25 mei 2020 zijn hoger beroep ingetrokken. Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling van de zaak in hoger beroep al was aangevangen, maar dat er nog geen inhoudelijke behandeling had plaatsgevonden. De advocaat-generaal heeft aangegeven dat er geen verdere behandeling van de zaak nodig was vanuit het openbaar ministerie. Gezien deze omstandigheden heeft het hof geoordeeld dat de verdachte geen belang meer had bij de voortzetting van het onderzoek in hoger beroep. Het hof heeft daarom besloten om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is op 27 mei 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken.