Uitspraak
[appellant],
het notariskantoor of de notaris,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
datum ontbindende voorwaarde bij niet verkrijging financiering”.
3.Het geschil en de beslissing in de procedure bij de rechtbank
4.De beoordeling in hoger beroep
“Bepaalde dingen uit de overeenkomst zijn aan mij voorgelezen, maar lang niet alles. Niet alle pagina’s zijn voorgelezen. Ik kan mij niet herinneren of de notaris de zinsneden die relevant zijn in deze zaak heeft voorgelezen.”[appellant] heeft dit ter zitting in hoger beroep herhaald. In hoger beroep is door [appellant] een verklaring van de verkoper, [D] , overgelegd van
“Het klopt wat [appellant] aangeeft. Het beding over financieringsvoorbehoud en de hoeveel afwijzingen is niet voorgelezen door de notaris. Wat wel is voorgelezen, is de bedenk tijd dat [appellant] & [B] toen hadden om van de koop af te zien, dat de bankgarantie gestort moet zijn voor een bepaalde datum, dat de koop geschiedt onder voorbehoud financiering en ook werd er voorgelezen dat het om een appartement ging met een erfpacht clausule.”De verklaring van [D] is innerlijke tegenstrijdig. [D] verklaart enerzijds dat het beding over het financieringsvoorbehoud niet is voorgelezen en anderzijds dat de koop geschiedt onder voorbehoud financiering wel is voorgelezen, terwijl het hier om dezelfde bepaling gaat (artikel 7). Artikel 7 lid 1 betreft het voorbehoud van financiering waarin ook de regeling over het aantal afwijzingen (vet gedrukt) staat. Of nu wel of niet is gewezen op de twee afwijzingen is gelet hierop niet af te leiden uit de verklaring van [D] .