ECLI:NL:GHARL:2020:3680

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 mei 2020
Publicatiedatum
12 mei 2020
Zaaknummer
200.242.970/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op dwaling als verweer tegen nakomingsvordering slaagt; Tegenvordering tot terugbetaling voorschot toewijsbaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 mei 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen Yourit B.V. (Otys) en Zeker B.V. (FlexExpert) over de nakoming van een overeenkomst betreffende softwarelicenties en diensten. Otys vorderde betaling van een eindnota van € 5.445,-, terwijl FlexExpert zich beriep op dwaling en terugbetaling van een voorschot eiste. De kantonrechter had in eerste aanleg de vordering van Otys afgewezen en de tegenvordering van FlexExpert toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten. Otys ging in hoger beroep tegen deze beslissing.

Het hof oordeelde dat FlexExpert zich terecht op dwaling kon beroepen. Het hof stelde vast dat FlexExpert bij het aangaan van de overeenkomst had vertrouwd op onjuiste mededelingen van de accountmanager van Otys, die had beloofd dat de gegevens van kandidaten en contactverslagen zonder extra kosten zouden worden overgezet van het systeem UBplus naar Otys. Het hof concludeerde dat deze onjuiste voorstelling van zaken de basis vormde voor de overeenkomst en dat FlexExpert niet verder wilde gaan met Otys omdat de beloften niet konden worden waargemaakt.

Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en wees de vordering van Otys af. Otys werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de gevolgen van dwaling in contractuele relaties.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.242.970/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 6216054)
arrest van 12 mei 2020
in de zaak van
Yourit B.V.,mede h.o.d.n.
Otys Recruiting Technology,
gevestigd te Veenendaal,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna:
Otys,
advocaat: mr. W.E. van Engelenhoven, kantoorhoudend te Ede,
tegen
Zeker B.V.,h.o.d.n.
FlexExpert Non-Profit,
gevestigd te Groningen,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,
hierna:
FlexExpert,
advocaat: mr. S. Zoer, kantoorhoudend te Assen.

1.Het geding in eerste aanleg

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 15 mei 2018 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen (hierna: de kantonrechter).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure is als volgt:
- de dagvaarding in hoger beroep van 13 juli 2018;
- het tussenarrest van 16 oktober 2018 waarin een comparitie na aanbrengen is bepaald die niet is doorgegaan;
- de memorie van grieven van Otys van 9 april 2019, met een productie;
- de memorie van antwoord van FlexExpert van 18 juni 2019;
- het tussenarrest van 24 september 2019, waarin een enkelvoudige comparitie is gelast;
- het proces-verbaal van de op 13 december 2019 gehouden comparitie, waarin is opgenomen dat arrest is bepaald op 25 februari 2020.
2.2
Otys vordert vernietiging van het bestreden vonnis en alsnog toewijzing van haar vordering en afwijzing van de tegenvordering van FlexExpert. Daarnaast vordert zij FlexExpert te veroordelen tot terugbetaling van hetgeen Otys aan haar op grond van het vonnis heeft voldaan, onder veroordeling van FlexExpert in de proceskosten van eerste aanleg en hoger beroep.

3.Waar gaat deze zaak over?

3.1
Otys maakt, na vermindering van eis, aanspraak op betaling van haar eindnota van
31 oktober 2016 voor aan FlexExpert geleverde softwarelicenties en diensten ter hoogte van
€ 5.445,- inclusief btw, te vermeerderen met contractuele rente of handelsrente vanaf
18 juli 2017 en met € 647,25 aan buitengerechtelijke incassokosten.
FlexExpert heeft betaling geweigerd. Op 11 oktober 2016 had zij Otys al haar besluit meegedeeld dat zij niet met Otys verder wilde gaan en om terugbetaling gevraagd van het reeds betaalde bedrag van de voorschotnota van € 5.445,- inclusief btw.
In reconventie heeft FlexExpert dit verzoek tot terugbetaling als tegenvordering ingediend, vermeerderd met wettelijke rente en € 647,25 buitengerechtelijke incassokosten.
3.2
De kantonrechter heeft Otys ongelijk gegeven, haar vordering afgewezen en de tegenvordering van FlexExpert toegewezen met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten. Volgens de kantonrechter heeft FlexExpert gedwaald en de overeenkomst buitengerechtelijk vernietigd met haar brief van 11 oktober 2016. Otys is het met dat oordeel niet eens en zij komt daar met zes grieven tegenop. Met die grieven wordt een volledige herbeoordeling van het geschil gevraagd, voor zover in het nadeel van Otys is geoordeeld.

4.Het oordeel van het hof

4.1
Ook het hof vindt dat FlexExpert zich terecht heeft beroepen op dwaling en de overeenkomst buitengerechtelijk heeft vernietigd. Het bestreden vonnis zal daarom zowel in conventie als in reconventie worden bekrachtigd.
Dit oordeel zal het hof hierna onderbouwen. Daartoe worden hierna eerst de feiten vastgesteld die van belang zijn.
De feiten
4.2
FlexExpert is een detacherings- en outplacementbureau dat zich ook richt op werving en selectie. Zij gebruikt het softwarepakket UBplus, dat niet van Otys is, gericht is op uitzend- en payrollbedrijven maar niet de door FlexExpert gewenste functionaliteit heeft voor recruitmentactiviteiten.
Otys maakt en verkoopt onder andere recruitment software voor werving- en selectiebureaus.
4.3
Op 2 november 2015 mailt [A] , werkzaam bij FlexExpert, onder het kopje ‘Voorwaarden recruitmentpakket Otys’, een aantal wensen en vragen aan [B] , account manager van Otys.
Op 17 november 2015 geeft [B] een demonstratie van de software aan FlexExpert.
De dag erop stuurt [B] een uitgebreide offerte met toelichting en bijlagen (waaronder algemene voorwaarden) naar directeur Boerhof van FlexExpert. Op de pagina’s 10 en 11 wordt onder de kopjes ‘standaard import kandidaten’ en ‘standaard import relaties’ beschreven dat Otys op basis van een door de klant ingevuld standaard .xls format de gegevens importeert. Ook op pagina 11 staat onder ‘importbegeleiding’ het advies om voor
€ 800,- gebruik te maken van assistentie van een ervaren Otys-consultant bij het opstellen en begeleiden van het importtraject. Op pagina 13 staat onder het kopje ‘inrichting Afas koppeling’ vermeld welke gegevens met de koppeling uitgewisseld kunnen worden. Indien de klant daarnaast andere zaken in de koppeling wenst, kan Otys hiervoor een additionele kostenopgave doen.
[A] belt [B] over deze offerte, waarna [B] op 20 november 2017 mailt dat hij na dit telefoongesprek een aangepaste offerte heeft gemaakt. Uit de eerdere offerte heeft hij onder meer gehaald:
1. de import in zn geheel. Met het aantal kandidaten en klanten wat jullie willen importeren zou mijn advies zijn om bijvoorbeeld een stagiair in te huren om de data in een dag of twee er in te kloppen. (…) Als jullie dit door ons willen laten doen kost dat in ieder geval niet meer dan € 2000,-.
2. de koppeling met AFAS (…)
4.4
Boerhof laat daarop per mail van 20 november 2015 weten dat in de offerte essentiële onderdelen ontbreken. Zij wil onder meer dat kandidaten en opdrachtgevers worden geïmporteerd vanuit UBplus; zij had [B] aangegeven dat zij dat niet door een student wenst te laten doen. Verder moet er een koppeling komen met Afas (het administratie-programma dat door FlexExpert wordt gebruikt) en dat is een harde eis.
Op 23 november 2015 stuurt [B] weer een aangepaste offerte en in de begeleidende mail schrijft hij:
In de laatste mail die ik van jullie kreeg staat heel erg duidelijk wat jullie in de offerte willen hebben:
- kandidaten en opdrachtgevers worden wel geïmporteerd vanuit ub+ (…)
-
- er moet een koppeling komen met Afas (…)
Uiteraard hebben wij dit in de bijgevoegde offerte aangepast en bovenstaande zaken toegevoegd. (…) Het totale bedrag komt, zoals je kunt zien, nu op € 9000,- (…).
In reactie hierop schrijft [A] op 1 december 2015 aan [B] dat zij naar aanleiding van de aangepaste offerte nog vragen heeft: import van kandidaten en relaties is in de offerte opgenomen, maar importbegeleiding wordt niet meer genoemd. De vraag is of FlexExpert ervan op aan kan dat alle kandidaten, relaties, contactpersonen en contactverslagen wel overgaan van UBplus naar Otys. [B] antwoordt op 3 december 2015:
“Betreffende jullie vraag over de import is dit uiteraard geen probleem. Jullie kunnen ervan op aan dat alle kandidaten, relaties, contactpersonen en contactverslagen over worden gezet. (…) Met andere woorden kloppen jullie vragen en, zoals je aangeeft in je mail, staat niets meer in de weg voor een akkoord van jullie kant.”
4.5
Begin december 2015 informeert accountmanager [C] FlexExpert dat [B] niet meer voor Otys werkzaam is. Sindsdien onderhouden [C] en projectmanager [D] de contacten met FlexExpert. Op 10 december 2016 stuurt [C] een (op een detail, dat voor deze zaak niet van belang is) aangepast contract. FlexExpert ondertekent dit op 24 december 2015.
In het getekende contract staat onder de kopjes ‘standaard import kandidaten’, ‘standaard import relaties’ en ‘inrichting Afas koppeling’ dezelfde toelichting als in de eerste tekst (zie onder 4.3)
4.6
[D] laat FlexExpert op 2 maart 2016 weten dat de makkelijkste manier om gegevens in het systeem van Otys te importeren gaat via standaard importsheets van Otys. FlexExpert dient de gegevens exact in het opgegeven format aan te leveren (een voor kandidaten en een voor relaties). Als FlexExpert meer of andere gegevens wil importeren, dan kan dat met een extra kolom in de sheets tegen meerkosten. Als er nog vragen zijn, hoort [D] dat graag.
[A] wijst [D] per e-mail van 10 maart 2016 op correspondentie met [B] waaruit blijkt dat contactverslagen zonder extra kosten in Otys worden geïmporteerd en zij verzoekt om bevestiging daarvan. Op 15 maart 2016 herhaalt FlexExpert dit verzoek en wijst zij Otys op de twee excel sheets die zij heeft ontvangen voor kandidaten en relaties, maar zij kent drie niveaus: kandidaten, opdrachtgevers en contactpersonen.
[D] deelt op 13 april 2015 mee dat import van contactverslagen geen probleem is, als het gaat om tekstvelden in UBplus die worden aangeleverd in een veld van het standaard importsheet. Bijvoorbeeld in een veld ‘Opmerkingen algemeen’. Als Otys extra velden of extra kolommen moet toevoegen, is het geen standaard import meer en raadt [D] aan contact op te nemen met [C] .
In een e-mail van 3 mei 2016 deelt officemanager [E] van FlexExpert mee dat de sheet zo goed als volledig is ingevuld, maar dat niet duidelijk is hoe de contactverslagen uit UBplus naar Otys overgezet worden:
Destijds is afgesproken dat contactverslagen vanuit UBplus geïmporteerd gaan worden. Hoe dit vervolgens in de standaard kolommen geplaatst dient te worden, is dan ook niet van toepassing. Daarnaast zie ik geen veld Opmerkingen die daarvoor gebruikt zou kunnen worden zoals jij beschrijft. (…) Is bij jullie bekend hoe contactverslagen in UBplus eruit zien en hebben jullie deze vaker geïmporteerd? Ik heb absoluut geen verstand van conversies en dergelijk. (…) Zonder contactverslagen kunnen wij niet overstappen naar Otys.
Op 17 mei 2016 vraagt [E] opnieuw aan [D] of er inmiddels duidelijkheid is: [B] heeft toegezegd dat de contactverslagen overgenomen kunnen worden en dat is voor FlexExpert een harde eis. Het daadwerkelijk importeren van de gegevens zal volgens haar tussen Otys en UBplus plaats moeten vinden. In haar e-mail van 1 juni 2016 deelt [E] vervolgens mee dat FlexExpert wil weten of de samenwerking toekomst heeft, of dat FlexExpert op zoek moet naar een andere partij. Uiterlijk de maandag erop wenst zij een schriftelijk antwoord op onder andere de kwestie rond het overzetten van contactverslagen van UBplus naar Otys. Dat moet zonder extra kosten, conform de afspraken met [B] . Verder wil zij duidelijkheid over het daadwerkelijk overzetten (hoe gaat Otys dit doen?) en antwoorden op de op 3 mei jl. gestelde vragen over het invullen van de sheets.
[D] reageert op 6 juni 2016:
Wat betreft de kosten, als het conform de huidige beschrijving gaat, dan gaan we dat gewoon voor jullie doorvoeren. Ondanks dat dit voor ons meer tijd vraagt.
Wat bedoel je precies met duidelijkheid over het daadwerkelijk overzetten en hoe we dat gaan doen? Wij krijgen de bestanden van jullie en importeren deze in jullie backoffice. Als alles wordt aangeleverd zoals vermeld, dan voegen wij het toe aan de betreffende kandidaat.
Ook reageert [D] op de vraag van FlexExpert hoe zij een exportsheet vanuit UBplus kan opvragen. Dat weet [D] ook niet en hij verwijst naar een contactpersoon bij UBplus.
4.7
In een gesprek tussen partijen op 5 oktober 2016 is FlexExpert duidelijk geworden dat er geen andere mogelijkheid was voor de import van de relatiegegevens en contactverslagen dan door handmatige invoer.
Op 11 oktober 2016 schrijft FlexExpert aan [D] :
Op basis van de beloftes die [B]destijds heeft gedaan, hebben wij gekozen voor Otys. Nu een jaar later blijkt dat vele toezeggingen van [B] waaraan jullie pakket zou voldoen en die voor ons essentieel waren voor de keuze van een pakket, niet waargemaakt kunnen worden. Dit hebben jullie tijdens ons bezoek ook bevestigd. Hiermee voldoet Otys niet aan onze gestelde wensen en eisen. De overeengekomen offerte is dan ook niet gebaseerd op wat nu daadwerkelijk geleverd kan worden. Op basis hiervan hebben wij besloten niet verder te gaan met Otys, omdat Otys onze bedrijfsprocessen niet helpt verder te optimaliseren. Graag zien we het reeds betaalde bedrag (…) retour.
Diezelfde dag nog reageert [C] afwijzend. Otys heeft aan al haar contractuele verplichtingen voldaan, behoudens enkele punten waarop zij wacht op input van FlexExpert.
4.8
FlexExpert heeft de door haar ingevulde sheets niet aan Otys verstrekt. Op
31 oktober 2016 deelt Otys aan FlexExpert mee dat zij de werkzaamheden heeft afgerond aan de hand van de ontvangen input. FlexExpert heeft vijf dagen de tijd voor acceptatie van de oplevering en wordt binnen die periode niet van FlexExpert vernomen, dan wordt de website, zoals contractueel is overeengekomen, als geaccepteerd beschouwd. FlexExpert heeft niet gereageerd.
De grondslagen van de vorderingen en het verweer daartegen
4.9
Otys vordert nakoming van de overeenkomst door betaling van het nog onbetaalde deel van de overeengekomen kosten. FlexExpert beroept zich ter afwering daarvan primair op dwaling en subsidiair op ontbinding omdat nakoming blijvend onmogelijk is, dan wel ontbinding wegens een tekortkoming die aan Otys toerekenbaar is. De tegenvordering van FlexExpert is gebaseerd op de ongedaanmakingsverbintenis die op Otys rust als gevolg van vernietiging of ontbinding van de overeenkomst. Otys betwist dat zij een ongedaanmakings- verplichting heeft.
De bespreking van de grieven
4.1
Met de
grieven I en IIbetoogt Otys dat de kantonrechter ten onrechte het beroep op dwaling heeft gehonoreerd. In de ondertekende offerte staat dat FlexExpert de gegevens moet aanleveren met de standaard sheets en uit niets blijkt dat Otys voor dit invulwerk zou zorgen. De kantonrechter heeft ten onrechte aangenomen dat het voor FlexExpert cruciaal was dat zij die sheets niet zou hoeven invullen. Dat blijkt niet uit de correspondentie na toezending van de sheets (zie onder 4.6). FlexExpert is ook daadwerkelijk begonnen met invulling van de sheets en heeft daartegen geen bezwaar gemaakt in de periode van maart tot en met mei 2016. Het enkele feit dat met het invullen van de sheets de nodige tijd is gemoeid, rechtvaardigt niet de conclusie dat voldoende aannemelijk is dat FlexExpert bij een juiste voorstelling van zaken niet of niet op dezelfde wijze met Otys zou hebben gecontracteerd. Otys heeft geen onjuiste inlichting verstrekt die de gestelde onjuiste voorstelling van zaken heeft veroorzaakt. Dat volgt ook niet uit haar antwoord op de vraag van FlexExpert of die gegevens wel overgaan van UBplus naar Otys, inhoudend dat de gegevens worden ‘overgezet’. Er bestaat verschil tussen het exporteren van gegevens uit het ene systeem en het importeren daarvan in het andere systeem, aldus Otys.
4.11
Het hof stelt voorop dat het beroep op dwaling als verweer tegen een vordering tot nakoming zoals bedoeld in artikel 3:51 lid 3 BW een bevrijdend verweer is. Daarbij rust de stelplicht en bewijslast van de onjuiste voorstelling van zaken, het vereiste causale verband tussen de dwaling en de overeenkomst en, in dit geval, de gestelde onjuiste mededeling waarop FlexExpert zich beroept, op FlexExpert.
4.12
FlexExpert heeft aangevoerd dat zij er bij het aangaan van de overeenkomst, op grond van mededelingen van [B] , van is uitgegaan dat de gegevens door Otys zouden worden geëxporteerd uit UBplus en vervolgens door Otys zouden worden geïmporteerd in het nieuwe systeem. Zij wijst op de correspondentie in november en december 2015 met [B] , die haar verzekerde dat deze gegevens vanuit UBplus worden overgezet, dat import uiteraard geen probleem is en dat zij ervan op aan kan dat alle kandidaten, relaties, contactpersonen en contactverslagen over worden gezet (zie de correspondentie onder 4.4). Achteraf is gebleken dat Otys dit niet kon waarmaken en dat de informatie van [B] dus onjuist was. Het zou FlexExpert weken werk kosten om de gegevens, waaronder 87.450 contactverslagen, handmatig in de Excel sheets van Otys te zetten. Bij een juiste voorstelling van zaken zou zij deze overeenkomst niet hebben gesloten, aldus FlexExpert.
4.13
FlexExpert heeft, met de overgelegde correspondentie met [B] , voldoende onderbouwd dat zij voorafgaand aan het ondertekenen van de offerte kenbaar heeft gemaakt dat zij verwachtte dat de gegevens van kandidaten, relaties, contactpersonen en contactverslagen worden geïmporteerd
vanuitUBplus en worden overgezet
inhet systeem van Otys. [B] heeft haar verzekerd dat zij daarvan op aan kan. FlexExpert heeft mogen begrijpen dat Otys ervoor zou zorgen dat de gegevens uit UBplus werden gehaald en werden ingebracht in het nieuwe systeem.
Tijdens de comparitie bij het hof heeft Otys echter verklaard dat zij geen toegang heeft tot UBplus. Dat betekent dat Otys van meet af aan niet in staat is geweest te voldoen aan de uitgesproken verwachting van FlexExpert, in welke verwachting zij werd bevestigd door de antwoorden van [B] op haar expliciete vragen.
Daarmee heeft FlexExpert een onjuiste voorstelling van zaken gehad, veroorzaakt door onjuiste mededelingen van [B] . Onder invloed van die voorstelling van zaken heeft zij de overeenkomst gesloten. In dit verband merkt het hof op dat uit de onder 4.4 aangehaalde correspondentie tussen partijen volgt dat het onderwerp van het overzetten van de gegevens vanuit UBplus naar het systeem van Otys voor FlexExpert essentieel was; FlexExpert heeft dit onderwerp enkele malen uitdrukkelijk bij [B] aan de orde gesteld. Het enkele feit dat in de offertes is blijven staan dat importsheets ingevuld moeten worden, maakt het voorgaande niet anders. Otys had, als deskundige partij, gelet op de herhaalde vragen van FlexExpert moeten begrijpen dat FlexExpert verwachtte dat zij weinig werk zou hebben aan de overschakeling op het nieuwe systeem en die verwachting is niet juist gebleken.
FlexExpert heeft zich dan ook terecht met een beroep op dwaling verweerd tegen de vordering tot nakoming. Aan die dwaling doet niet af dat FlexExpert na het sluiten van deze overeenkomst nog wel heeft getracht de sheets in te vullen, totdat zij tot de conclusie kwam dat dit met betrekking tot de contactverslagen teveel van haar vergde.
De grieven I en II falen. Daarmee faalt ook
grief IV, waarmee wordt aangevoerd dat de kantonrechter de nakomingsvordering van Otys ten onrechte heeft afgewezen.
4.14
Omdat FlexExpert geen vernietiging van de overeenkomst door de rechter heeft gevorderd, kan haar tegenvordering slechts worden toegewezen indien zij deze overeenkomst buitengerechtelijk heeft vernietigd, zoals zij stelt maar Otys met
grief IIIbetwist.
Otys wijst erop dat de onder 4.7 weergegeven verklaring ziet op een beëindiging wegens niet-nakoming en niet op vernietiging.
Het hof vindt dat Otys de verklaring moest opvatten als een voldoende duidelijke vernietigingsverklaring: de overeenkomst brengt FlexExpert niet wat zij er, op grond van de toezeggingen door [B] , van verwachtte; FlexExpert wil niet verder met Otys en wil ook haar geld terug. De buitengerechtelijke vernietiging (artikel 3:50 lid 1 BW) is bedoeld als een eenvoudig te hanteren instrument - hoeft zelfs niet schriftelijk plaats te vinden - en aan de inhoud van de verklaring moeten, net als aan de buitengerechtelijke ontbindingsverklaring, geen strenge eisen worden gesteld (vgl. HR 27 mei 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6997 voor de buitengerechtelijke ontbindingsverklaring).
Grief III faalt.
4.15
Met
grief Vbetoogt Otys dat zij, ook indien het beroep van FlexExpert op vernietiging wegens dwaling slaagt, recht heeft op betaling, gelet op artikel 6:210 lid 2 BW. De prestatie van Otys kan niet ongedaan worden gemaakt en het is aan FlexExpert toe te rekenen dat Otys haar prestatie heeft verricht. Otys wijst daarvoor op de verstreken tijd tussen de start van het implementatietraject (19 februari 2016) en de verklaring van 11 oktober 2016 waarmee FlexExpert afzag van verdere samenwerking. Toen was het systeem gereed, behoudens de import van de door FlexExpert aan te leveren gegevens.
Daarmee maakt Otys aan FlexExpert het verwijt dat zij (te) lang heeft gewacht met haar klacht en ondertussen Otys liet doorwerken. Dat verwijt is niet terecht. In maart 2016 raakt ook [D] op de hoogte van de eerder gedane toezeggingen van [B] en in mei/juni 2016 moet [D] uit mails van FlexExpert begrijpen dat zij een probleem heeft met de invulling van de sheets als het om de contactverslagen gaat en actie van Otys verwacht. Ook stelt FlexExpert in haar mail van 1 juni 2016 de vraag aan de orde of de samenwerking wel toekomst heeft (zie onder 4.6). Otys heeft niet duidelijk gemaakt wat zij naar aanleiding van dit signaal van FlexExpert heeft ondernomen en waarom zij - kennelijk - gewoon met werkzaamheden aan haar kant is doorgegaan.
Onder deze omstandigheden is er geen reden voor een door FlexExpert te betalen vergoeding omdat het werk niet ongedaan gemaakt kan worden, zoals bedoeld is in artikel 6:210 lid 2 BW. Grief V faalt.
4.16
Grief VIis gericht tegen de proceskostenveroordeling van Otys als de in het ongelijk gestelde partij en heeft geen zelfstandige betekenis.
De slotsom
4.17
De conclusie is dat de grieven falen en dat het vonnis van de kantonrechter van
15 mei 2018 moet worden bekrachtigd.
Otys wordt, als de in hoger beroep in het ongelijk te stellen partij, veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van FlexExpert te stellen op € 726,- griffierecht en € 2.148,- salaris advocaat volgens liquidatietarief (2 punten, tarief II), te vermeerderen met rente en nasalaris (overeenkomstig de gevorderde bedragen).
Deze rente wordt toegewezen vanaf veertien dagen na dagtekening van dit arrest, zoals gebruikelijk is, in plaats van de door FlexExpert genoemde termijn van zeven dagen.

5.De beslissing

Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
wijst de vordering van Otys in hoger beroep af en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter van 15 mei 2018;
veroordeelt Otys in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van FlexExpert vastgesteld op € 726,- griffierecht, € 2.148,- salaris advocaat volgens liquidatietarief en
€ 131,- nasalaris, te vermeerderen met wettelijke rente over deze bedragen vanaf veertien dagen na dagtekening van dit arrest tot voldoening;
veroordeelt Otys voorts tot betaling van nasalaris van € 68,- te vermeerderen met wettelijke rente tot voldoening, ingeval niet binnen veertien dagen na heden vrijwillig wordt voldaan aan dit arrest en betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad en wijst af wat meer of anders is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.E.L. Fikkers, H. de Hek en D.H. de Witte en is door de rolraadsheer in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
12 mei 2020.